De aandelenbeurzen in New York zijn na eerdere minnen met een winst de handel uitgegaan. Nieuwe gegevens over het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten deden het sentiment op de handelsvloeren goed. Grote banken stonden in de schijnwerpers na de presentatie van hun kwartaalcijfers.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent hoger op 34.302,61 punten. De S&P 500 steeg 0,4 procent tot 3999,09 punten en de overwegend met techaandelen gevulde Nasdaq won 0,7 procent tot 11.079,16 punten.
Uit een peiling van de Universiteit van Michigan kwam naar voren dat Amerikanen minder hevige prijsstijgingen verwachten dan voorheen. Dat geeft ook het consumentenvertrouwen een stimulans. Op de markten voedde dit de hoop op minder rigoureuze renteverhogingen door de Federal Reserve om de inflatie in te dammen, wat gunstig is voor aandelen.
Tegelijkertijd nadert de federale overheid van de VS het wettelijke schuldenplafond. Als die bovengrens niet wordt verhoogd, kan de Amerikaanse regering nog maar een beperkte periode aan zijn financiële verplichtingen voldoen. Republikeinse leden van het Congres eisen dat de regering van Joe Biden eerst bezuinigt voordat zij akkoord gaan met zo'n verhoging.
Amerikaanse banken eindigden overwegend op winst na publicatie van hun cijfers, na aanvankelijke minnen. Bank of America steeg 2,2 procent. De op een na grootste bank van de VS boekte afgelopen kwartaal meer winst dan verwacht. De bank zag onder meer de rente-inkomsten sterk stijgen vanwege de hogere rentetarieven. Wel zette het financiële concern meer geld opzij voor leningen die mogelijk niet worden terugbetaald.
Ook JPMorgan Chase, de grootste Amerikaanse bank, moest meer geld opzijzetten voor zogeheten slechte leningen door de verslechterde economische omstandigheden. Toch won het aandeel 2,5 procent. Wells Fargo (plus 3,3 procent) stopte ook meer geld in de stroppenpot en zag de kwartaalwinst dalen. Daarbij speelden ook boetes mee. Citigroup zag de winst ook dalen door tegenvallende prestaties bij het onderdeel zakenbankieren maar steeg 1,7 procent.
MGO Global, het modebedrijf dat het lifestylemerk van voetballer Lionel Messi uitbaat, ging na zijn beursdebuut hard omhoog maar verspeelde die winst volledig. Na een stijging van ruim 230 procent eindigde het aandeel 7 procent lager.
De euro was 1,0831 dollar waard, tegen 1,0820 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2 procent duurder op 79,97 dollar per vat. Brentolie kostte 1,6 procent meer, op 85,37 dollar per vat.