Particulieren en bedrijven hebben nog zeker tien jaar overlast door het volle stroomnet. Dat zei energienetwerkbedrijf Alliander bij de presentatie van de resultaten over 2023. Volgens het bedrijf komt dat door een tekort aan technisch personeel om meer ruimte op het net te maken, lange procedures, te weinig beschikbare locaties voor bijvoorbeeld nieuwe elektriciteitshuisjes en een gebrek aan keuzes van overheden.
Het stroomnet raakt op steeds meer plekken in Nederland vol omdat steeds meer mensen en bedrijven onder meer nieuwe zonnepanelen, warmtepompen en laadpalen voor elektrische auto's laten installeren. Komende jaren groeit dit nog verder door, verwacht Alliander. Een groot deel van de industrie moet nog verduurzamen door over te stappen op elektriciteit. Alle nieuwbouwwoningen moeten een plek krijgen op het stroomnet en bestaande woningen moeten van het gas af en worden verwarmd met bijvoorbeeld een warmtepomp. Deze ontwikkelingen gaan volgens het netwerkbedrijf nog vele jaren sneller dan het tempo waarin de netten uitgebreid kunnen worden.
Door het volle stroomnet moeten consumenten en bedrijven soms wachten totdat ze een nieuwe stroomaansluiting kunnen krijgen. Dat maakt het moeilijker om te verduurzamen. De brancheorganisatie voor ontwikkelaars en bouwondernemers WoningBouwersNL liet in januari weten dat het volle net ervoor zorgt dat de bouw van nieuwe huizen vertraging oploopt.
Alliander hoopt dat consumenten en bedrijven geduld hebben en energie besparen om het net te ontlasten. Provincies en gemeenten moeten volgens topman Maarten Otto snellere en duidelijke keuzes maken over waar elektriciteitsstations, transformatorhuisjes en warmtenetten kunnen komen. Een nieuw kabinet moet wat Alliander betreft kijken naar de inzet van technici uit het buitenland voor de werkzaamheden aan het net. Ook is het belangrijk dat de overheid met bijvoorbeeld de industrie bepaalt waar alternatieven zoals waterstof en groen gas moeten worden gebruikt.
Afgelopen jaar investeerde Alliander ruim 1,4 miljard euro in het versterken van energienetten. Dat is een record, aldus Otto. De totale kosten voor het bedrijf kwamen uit op bijna 2,4 miljard euro, meer dan in 2022.
De opbrengsten waren vorig jaar ook hoger, bijna 2,8 miljard euro, tegen ruim 2,2 miljard euro het jaar daarvoor. Onder de streep bleef tevens een hogere nettowinst over van 267 miljoen euro, tegen 198 miljoen euro in 2022.