De Amerikaanse aandelenmarkten zijn donderdag overwegend met winst gesloten. De belangrijkste graadmeters maakten daarmee wat goed van de verliezen van een dag eerder. De notulen van de jongste beleidsvergadering van de Federal Reserve deden toen het rentespook terugkeren op Wall Street.
De Dow-Jonesindex met daarin de dertig belangrijkste Amerikaanse beursfondsen sloot 0,7 procent hoger op 24.962,48 punten. De bredere S&P 500 steeg 0,1 procent tot 2703,96 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq daarentegen ging 0,1 procent lager de handel uit op 7210,09 punten.
Uit de Fed-notulen bleek dat de beleidsmakers bij de Amerikaanse centrale bank nog altijd een positieve kijk hebben op de economie. Kenners lazen in het verslag signalen dat de rente dit jaar wellicht verder omhoog gaat dan tot nu toe werd aangenomen. Dat zorgde woensdag nog voor koersdalingen.
De industriesector leidde het herstel op Wall Street. United Technologies, Caterpillar en 3M stonden boven aan de Dow met winsten van 1,7 tot 3,3 procent. Chemiereus DowDuPont kreeg er 1,4 procent bij, net als supermarktconcern Walmart. Hekkensluiter bij de hoofdfondsen was fabrikant van netwerkapparatuur Cisco Systems met een min van 0,9 procent.
Een reeks kleinere bedrijven kwam met cijfers. Autoverhuurbedrijf Avis Budget steeg ruim 13 procent na beter dan verwachte cijfers. Pandora Media, bekend van muziekdiensten en internetradio, kwam ook met cijfers. Die waren veel beter dan verwacht, maar dat werd geheel overschaduwd door tegenvallende vooruitzichten. Het aandeel verloor 7,2 procent.
Chesapeake Energy werd meer dan een vijfde meer waard. Het energiebedrijf wist in het slotkwartaal van 2017 uit de rode cijfers te klimmen, geholpen door de verkoop van onderdelen. Ook dit jaar zal het bedrijf voor honderden miljoenen dollars aan bezittingen afstoten. De opbrengst wordt gebruikt om de schuld te verlagen.
De euro was 1,2330 dollar waard, evenveel als bij het scheiden van de markt op de Europese beurzen eerder op de dag. Slinkende Amerikaanse olievoorraden zorgden voor hogere olieprijzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,6 procent tot 62,70 dollar. Brentolie werd 1,4 procent duurder op 66,30 dollar per vat.