De aandelenbeurzen in New York zijn maandag overwegend met rode cijfers gesloten. De financiële markten bleven in afwachting van de ontmoeting tussen de Chinese president Xi Jinping en zijn Amerikaanse collega Donald Trump tijdens de G20-top in Japan deze week. Verder hingen de oplopende spanningen tussen de Verenigde Staten en Iran boven de markt.
De Dow-Jonesindex eindigde licht hoger op 26.727,54 punten. De brede S&P 500 verloor 0,2 procent tot 2945,35 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq daalde 0,3 procent tot 8005,69 punten.
Washington legt Iran nieuwe sancties op. Die zijn onder meer gericht tegen de hoogste geestelijk leider van de islamitische republiek, grootayatollah Ali Khamenei, als antwoord op het neerschieten van de Amerikaanse drone door Iran. De nieuwe sancties raken ook andere topfiguren.
Trump liet zich daarnaast opnieuw negatief uit over het beleid van de Federal Reserve, de Amerikaanse koepel van centrale banken. Volgens hem heeft het land renteverlagingen en andere maatregelen nodig om de economie en inflatie aan te jagen, maar geeft de Fed niet thuis. Overigens zette de Fed vorige week wel de deur op een kier voor een mogelijke renteverlaging.
Farmaceut Bristol-Myers Squibb (min 7,4 procent) zei bereid te zijn om zijn divisie die het medicijn Otezla maakt te verkopen. Daarmee wil het bedrijf akkoord krijgen van toezichthouder FTC voor de mega-overname van biotechnoloog Celgene (min 5,5 procent). Met die deal is 74 miljard dollar gemoeid.
Ook entertainmentconcern Walt Disney (min 0,7 procent) stond in de schijnwerpers. De film Toy Story 4 beleefde het voorbije weekend zijn debuut in Noord-Amerikaanse bioscopen. De opbrengst van 118 miljoen dollar in het openingsweekend bleef ietwat achter bij de verwachtingen.
Casino-uitbater Eldorado Resorts maakte bekend zijn noodlijdende branchegenoot Caesars Entertainment over te nemen. Daar betaalt Eldorado inclusief schulden, ongeveer 17,3 miljard dollar voor. Eldorado dook bijna 11 procent in het rood, terwijl Caesars een koerssprong van 14,5 procent maakte.
De euro noteerde 1,1397 dollar tegen 1,1394 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,7 procent tot 57,85 dollar. Brentolie zakte 0,4 procent op 64,92 dollar per vat.