Nederland is "hard op weg het verleden als belastingparadijs achter zich te laten". Die positieve ontwikkeling wordt vastgesteld door Paul Tang, voorzitter van de belastingcommissie van het Europees Parlement. De afgelopen jaren is flinke vooruitgang geboekt bij de aanpak van belastingontwijking, maar er zijn ook nog stappen te zetten.
Tang (PvdA) had voor een speciale hoorzitting in het parlement in Brussel staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) uitgenodigd. Van Rij was blij met de erkenning en gaf ook aan dat Nederland de laatste tien jaar een echte verandering heeft ingezet. Maar Tang was niet alleen maar positief. Nederland is volgens hem nog steeds een doorsluisland, waar tientallen miljarden euro's doorheen stromen naar landen met lage belastingtarieven. "Het zal nog lang duren voordat het Nederlandse imago helemaal is opgeschoond."
Van Rij geeft toe dat er nog steeds schijninvesteringen bestaan "die niets toevoegen aan onze economie". Om dat verder aan te pakken hamerde de CDA'er tijdens de zitting op meer Europese samenwerking. Het zou het succesvolst zijn als de minimumtarieven voor belastingen op internationale basis gelijkgetrokken worden, te beginnen in Europa. "Lidstaten zouden niet met elkaar moeten concurreren met lage tarieven om bedrijven binnen te halen."
Een richtlijn voor een Europees minimumtarief voor multinationals wordt nu nog geblokkeerd door een Hongaars veto. Van Rij hoopt dat alle landen de richtlijn alsnog unaniem zullen aannemen, maar geeft ook aan niet te lang te zullen wachten. Als het moet wil hij dat alle landen zonder Hongarije het minimumtarief hanteren. "We willen geen tijd verliezen."
De belastingcommissie van het Europees Parlement bekijkt niet alleen de situatie in Nederland, maar ook die in landen als Ierland en Luxemburg die eveneens een reputatie op belastinggebied hebben. Het Europees Hof van Justitie hekelde Nederland en Luxemburg in 2019 nog als fiscale doorstroomlanden.