Pensioenfonds ABP heeft al zijn liquide beleggingen in de fossiele energiesector van de hand gedaan. Maar het fonds bezit nog wel zo'n 4,8 miljard euro aan beleggingen die verband houden met fossiele brandstoffen die niet snel verhandelbaar zijn, zegt bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen in een interview met persbureau Bloomberg.
"We willen alleen beleggen in bedrijven die ook een visie hebben en op weg zijn in de transitie naar een duurzame economie", zei Van Wijnen. Enkele jaren geleden kondigde het fonds voor de pensioenen van ruim 3 miljoen ambtenaren en leraren al aan om volledig te willen stoppen met beleggen in de fossiele industrie.
Inmiddels zijn alle aandelen en obligaties van olie- en gasbedrijven en termijncontracten in fossiele brandstoffen uit de portefeuille verdwenen, met een waarde van in totaal zo'n 10 miljard euro. Maar er zijn ook investeringen in bijvoorbeeld niet-beursgenoteerde bedrijven of hedgefondsen waar ABP volgens Van Wijnen minder snel van af kan door langere contractuele verplichtingen.
ABP stapte onder andere uit de grote olie- en gasconcerns Shell en BP. Eerdere pogingen om als aandeelhouder bestuurders van die bedrijven tot een groenere koers te bewegen, hadden volgens het fonds te weinig uitgehaald.
Er klinkt ook kritiek op het dumpen van die aandelen van grote vervuilers. Mark van Baal, oprichter van de groene beleggersclub Follow This, stelde vorige week dat een pensioenfonds zo de mogelijkheid verliest om energieconcerns onder druk te zetten. "Met iedere kritische aandeelhouder minder gaat de vlag uit bij Shell", zei hij na de jaarvergadering van dat concern.