ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, verhoogt voor het eerst in jaren de pensioenen weer iets. Net als andere fondsen is het ambtenarenpensioenfonds er de laatste tijd een stuk beter voor komen te staan. Volgens ABP is de stap daarbij mogelijk omdat de overheid de regels heeft aangepast vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel.
ABP, dat 3,1 miljoen deelnemers telt, verhoogde de pensioenen voor het laatst in 2010. Dat was slechts een minieme stap die de inflatie lang niet compenseerde. De laatste volledige indexatie, zoals het verhogen van de pensioenen met de inflatie heet, was volgens een woordvoerster in 2008.
De bijna 1 miljoen aangesloten gepensioneerden krijgen er straks 2,39 procent bij en zien dit hogere pensioen vanaf juli op hun rekening staan. Ook ontvangen ze nog een nabetaling van 1,2 procent over de eerste zes maanden van dit jaar. En voor de overige deelnemers die nog niet met pensioen zijn gaan de pensioenaanspraken wat omhoog.
ABP benadrukt dat het een tussentijdse verhoging van het pensioen is, als inhaalslag voor de gemiste indexatie van vorig jaar. De stap slaat daardoor op de periode tussen september 2020 en september 2021, toen de inflatie lang niet zo hoog lag als nu.
"We hebben steeds gezegd: als we de pensioenen kunnen en mogen verhogen, dan gaan we dat doen, mits dat op een evenwichtige manier kan", zegt bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen in een toelichting. "Eind dit jaar kijken we of we de pensioenen in 2023 kunnen verhogen", voegt hij daaraan toe.
Woensdag kondigde PME, het fonds voor de metalektro, aan voor het eerst sinds 2008 de pensioenen te verhogen. Ook bij andere grote pensioenfondsen leeft de vraag of ze sterk genoeg hersteld zijn om de pensioenen op te krikken. Zorgfonds PFZW zal hierover vrijdag beslissen. PMT, het fonds voor de metaal en techniek, neemt pas op 5 juli een besluit over het wel of niet indexeren van de pensioenen. Dan is volgens het fonds pas bekend of de financiële positie voldoende is verbeterd.
De fondsen hebben vanaf 1 juli meer ruimte daarvoor dankzij een versoepeling van de financiële regels. Nu moeten ze gemiddeld over twaalf maanden nog 1,10 euro per beloofde euro aan pensioen in kas hebben. Die drempel wordt verlaagd naar 1,05 euro in kas per toegezegde euro, waar bijvoorbeeld ABP ruimschoots aan voldoet. Daarnaast helpen de gestegen rentes op de financiële markten de pensioenfondsen. Hoe hoger de rentes, hoe minder de fondsen als buffer moeten oppotten.