Nederlandse pensioenfondsen hebben de afgelopen jaren flink minder geld belegd in fossiele producenten zoals Shell en ExxonMobil. In 2023 bedroegen de beleggingen nog 5 miljard euro, twee derde minder dan in 2017. Dat meldt de Eerlijke Geldwijzer na onderzoek onder zeven grote pensioenfondsen.
PME, het pensioenfonds voor de metalektro, schroefde zijn fossiele beleggingen met 92 procent het meest terug: van 1,5 miljard euro in 2017 naar 100 miljoen in 2023. Ambtenarenpensioenfonds ABP verminderde zijn beleggingen in de sector met 81 procent. Dit fonds kondigde enkele jaren geleden al aan volledig te willen stoppen met beleggen in de fossiele industrie.
Pensioenfondsen Detailhandel, bpfBOUW en PMT blijven achter, vinden de onderzoekers van de Eerlijke Geldwijzer, een samenwerkingsverband van Amnesty International, Milieudefensie, Oxfam Novib, PAX, World Animal Protection, Groen Pensioen en Fossielvrij NL. Zo daalden de fossiele beleggingen bij bpfBOUW met 28 procent naar 672 miljoen euro. Metaalfonds PMT kwam uit op 1 miljard, dat is 35 procent minder.
"De meeste pensioenfondsen lijken tot de conclusie gekomen dat het toenemende risico van klimaatverandering niet opweegt tegen de tijdelijke kortetermijnwinsten in de fossiele industrie. Niemand wil uiteindelijk blijven zitten met bedrijven met een verdienmodel waar geen toekomst in zit", zegt medeoprichter Jeroen Wilting van Groen Pensioen.
De onderzoekers plaatsen wel een kanttekening. De fondsen schroefden hun beleggingen in onder meer kolen- en gasgestookte energiecentrales een stuk minder hard terug. Dit bedrag daalde van 15,5 miljard naar 10 miljard euro (37 procent minder). Ook steken ze relatief veel geld in bestaande en nog te bouwen kolen- en gascentrales. Hierdoor daalt de vraag naar fossiele brandstoffen wat de onderzoekers betreft niet snel genoeg.