Ook al is het personeelstekort al jaren een probleem in de horeca (ook voor de coronacrisis kwam de sector veel mensen tekort) na de coronapandemie is het nog veel groter geworden. Terwijl de cafédeuren eindelijk weer open konden en de klanten weer binnenstroomden, moesten veel horecazaken toch weer dicht omdat ze gewoon geen mensen hadden die achter de bar, in de bediening of in de keuken wilden werken. Het horecapersoneel van weleer keerde helaas niet terug.
Maar waar zijn al die krachten gebleven? En waarom willen ze niet meer in de horeca werken? Is flexibiliteit de oplossing? Meer loon? Is het in alle sectoren in de hospitality, zoals de hotelbusiness en de
horeca groothandel hetzelfde?
Niet meer in het weekend en meer verdiensten
Ongeveer drie kwart van het horecapersoneel ging niet terug naar zijn oude baan. Ex-horecapersoneel wil niet meer werken niet meer in het weekend en verdient elders ook vaak meer. De meesten werken nu in de techniek, industrie en kas- en tuinbouw. Tegelijkertijd blijft de nieuwe generatie werknemers ook weg. Er is simpelweg geen nieuwe aanwas meer. De generatie die tijdens corona net oud genoeg was voor een eerste baantje, kreeg niet de kans de horeca te kiezen want die was dicht. Ook zij kozen eieren voor hun geld en gingen in sectoren werken die wel open waren, zoals callcenters en onlinebedrijven.
Verandering van werkmentaliteit
Veel jongeren, maar ook oudere werknemers, hebben inmiddels een andere manier van werken en behoefte aan werk-privébalans, dan voor de coronapandemie. Veel van hen willen flexibiliteit en zelf kunnen bepalen wanneer ze werken. Een zekere mate van flexibiliteit van inzet van medewerkers lijkt dan ook noodzakelijk voor de horeca.
Nieuw wetsvoorstel
Minister Van Gennip werkt momenteel echter aan nieuwe wetgeving waarmee flexibiliteit in arbeidscontracten verder aan banden wordt gelegd. Ze wil hiermee de inkomenszekerheid van werknemers verbeteren. Zo'n wetsvoorstel heeft nogal wat financieel-economische consequenties voor horecaondernemers. Want neem nou bijvoorbeeld strandtenthouders. Zij zijn seizoens afhankelijke ondernemers. Bij mooi weer hebben zij nu eenmaal meer werknemers nodig dan als het regent dat het giet. Hoe kunnen die hun werknemers een maand vooruit inplannen? En welke vaste uren en dagen zijn er voor werknemers in de evenementenorganisatie als die maar een paar evenementen per jaar organiseert? Zo zijn er veel voorbeelden van hoe maatregelen het ondernemen onwerkbaar kan maken, met alle financiële gevolgen voor ondernemers van dien.
Een duidelijke signaal
Het wetsvoorstel heeft bovendien nogal wat financieel-economische consequenties voor horecaondernemers. Neem nou seizoensafhankelijke ondernemers, bijvoorbeeld strandtenthouders. Hoe kunnen die hun werknemers een maand vooruit inplannen? En welke vaste uren en dagen zijn er voor werknemers in de evenementenorganisatie als die maar een paar evenementen per jaar organiseert?
Zo zijn er veel voorbeelden van hoe maatregelen ondernemen onwerkbaar kan maken, met alle financiële gevolgen voor ondernemers van dien.En dat kan de horecasector natuurlijk na de pandemie niet meer hebben.
Gelukkig is het Nederlandse ondernemersvertrouwen is aan het begin van het eerste kwartaal van dit jaar toegenomen, vooral in de horecasector. volgens de jongste
conjunctuurenquête. Daar sloeg het sentiment om van negatief naar positief. Wel zegt de helft van de ondervraagde bedrijven zich zorgen te maken over prijsstijgingen van materialen, energie en diensten. Met name in de horeca, cultuur, sport en recreatiesector kunnen de kosten niet of slechts deels doorberekend worden.