Het aandeel Pfizer heeft woensdag een duikeling gemaakt op de beurs in New York. Het farmaceutische concern, bekend van een van de coronavaccins, gaf tegenvallende vooruitzichten af voor de winst en omzet in 2024.
De afnemende verkopen van zijn vaccin, na de piekverkopen tijdens de pandemie, blijven het bedrijf parten spelen. Het aandeel werd ruim 8 procent lager gezet en zakte tot het laagste niveau sinds 2014. Begin deze maand stond Pfizer ook al flink onder druk nadat het stopte met de ontwikkeling van een van zijn experimentele afslankpillen.
Tesla verloor 0,3 procent. De fabrikant roept meer dan 2 miljoen auto's terug in de Verenigde Staten om veiligheidsfouten in de Autopilot te verhelpen. Volgens de Amerikaanse toezichthouder is het bestuurdersassistentiesysteem, bekend als de Autopilot, namelijk niet veilig genoeg. Tesla zal het probleem via een draadloze software-update oplossen.
Beleggers keken verder uit naar het rentebesluit van de Federal Reserve, later op de dag. De Amerikaanse centrale bank zal zeer waarschijnlijk voor de vierde keer dit jaar een rentepauze houden, nu de inflatie flink is afgekoeld. Beleggers zijn dan ook vooral benieuwd naar wat Fed-voorzitter Jerome Powell zal zeggen over de toekomstige rentestappen. Op Wall Street wordt gehoopt dat de rente volgend jaar weer zal worden verlaagd. Powell herhaalde daarentegen begin deze maand dat een renteverlaging absoluut niet aan de orde is.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel een fractie lager op 36.578 punten. De brede S&P 500-index won 0,1 procent tot 4650 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,4 procent tot 14.588 punten. De Dow en de S&P 500 zijn door speculatie op lagere leenkosten in de afgelopen weken gestegen tot de hoogste niveaus sinds januari 2022. De Nasdaq staat op de hoogste stand sinds april vorig jaar.
Beleggers verwerkten ook nieuwe gegevens over de producentenprijzen. De prijzen die Amerikaanse fabrikanten voor hun producten vragen zijn in november gelijkgebleven ten opzichte van de voorgaande maand. In oktober was nog sprake van een prijsdaling met 0,4 procent. Een dag eerder bleek al dat de consumentenprijzen in de Verenigde Staten vorige maand met 3,1 procent zijn gestegen. Daarmee viel de inflatie iets lager uit dan in oktober.
De euro was 1,0787 dollar waard, tegen 1,0784 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,3 procent in prijs tot 68,88 dollar. Brentolie werd ook 0,3 procent goedkoper, op 73,49 dollar per vat.