Zorgtechnologiefonds Philips stond dinsdag bij de winnaars in de AEX-index in Amsterdam. De onderneming maakte bekend dat topman Frans van Houten per 15 oktober vertrekt als baas van de onderneming. Hij stond 12 jaar aan het roer bij Philips. Het bedrijf heeft met Roy Jakobs intern een opvolger voor Van Houten gevonden. Jakobs is nu nog de eindverantwoordelijke voor de grote terugroepactie van de slaapapneu-apparaten van het bedrijf.
Het aandeel Philips won 2 procent aan beurswaarde. Daarmee stond het fonds in de kopgroep van de AEX. Vorig jaar kwamen problemen met deze producten van Philips aan het licht. Het isolatieschuim in de apparaten kon afbrokkelen met mogelijke gezondheidsproblemen voor gebruikers als gevolg. Philips moet in totaal 5,5 miljoen apparaten vervangen. Verschillende groepen patiënten in met name de Verenigde Staten hebben al aangekondigd schadeclaims in te gaan dienen tegen het bedrijf.
Staalconcern ArcelorMittal was de sterkste stijger in de AEX met een winst van 3,1 procent. Betalingsbedrijf Adyen (min 4 procent) sloot de rij. Techinvesteerder Prosus won 2,3 procent. Het Chinese internet- en gamesbedrijf Tencent, waarin Prosus een groot belang heeft, is volgens persbureau Reuters van plan om zijn belang van 24 miljard dollar in de Chinese maaltijdbezorger Meituan volledig of grotendeels te verkopen. De AEX zelf verloor 0,1 procent tot 728,11 punten.
De MidKap daalde 0,4 procent tot 978,58 punten. Bij de middelgrote fondsen was roestvrijstaalmaker Aperam de sterkste stijger met een winst van 2,3 procent. Technologiebedrijf TKH verloor 1,3 procent na cijfers. Alfen zakte dik 10 procent. Analisten van Berenberg haalden de laadpalenfabrikant van hun kooplijst af.
In Kopenhagen verloor de Deense sieradenverkoper Pandora dik 6 procent na tegenvallende resultaten. BHP, de grootste mijnbouwer ter wereld, steeg 5,5 procent in Londen dankzij recordresultaten in het afgelopen gebroken boekjaar. De leidende graadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs stegen tot 0,7 procent.
De olieprijzen gingen verder omlaag na de forse daling een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 2,7 procent goedkoper op 87,02 dollar. Brent-olie kostte 2,5 procent minder op 92,76 dollar per vat. De euro was 1,0179 dollar waard, tegen 1,0192 dollar op maandag.