De problemen met slaapapneu-apparaten van Philips zijn minder gevaarlijk voor gebruikers dan het Nederlandse zorgtechnologiebedrijf eerder dacht. Dat stelt de onderneming op basis van vroege onderzoeksresultaten naar de apparaten. De terugroepactie gaat evenwel onverminderd hard door.
De problemen werden veroorzaakt door het geluidisolerend schuim in de apparaten. Dat kon mogelijk afbrokkelen, maar ook chemische stoffen afgeven. Omdat Philips niet wist hoe schadelijk die chemicaliën waren, ging het bedrijf ervan uit dat ze kankerverwekkend waren. Maar na uitgebreide tests in het laboratorium bleek de afgifte van chemische stoffen veel minder dan gevreesd, aldus het bedrijf zelf. Bovendien bleken de geteste machines qua uitstoot van stoffen ook nog binnen de veiligheidsnormen te zitten. Daarmee is de kans op kanker en andere ziektes als gevolg van het gebruik van de slaapapneumachines "zeer klein", volgens Philips dat uitging van een ergste scenario.
Ook hield Philips rekening met het afbrokkelen van het isolatieschuim. Dat blijkt nu echter nauwelijks te gebeuren. Als het schuim aangetast wordt, verandert het in een soort gelachtige massa. De mogelijkheid dat kleine deeltjes in de longen van gebruikers terechtkomen is daarmee ook minder waarschijnlijk geworden.
Voor de testresultaten leunt Philips sterk op Noord-Amerikaanse apparaten. In die regio werden ook apparaten met aangetast schuim gevonden, terwijl dat in Europa en Japan niet zo was. Mogelijk heeft het schoonmaken met ozon, wat Philips overigens nooit heeft aangeraden en waarvoor door de Amerikaanse toezichthouder FDA zelfs werd gewaarschuwd, daarbij een rol gespeeld. Bij apparaten waarvan de gebruikers zeiden dat ze niet schoongemaakt waren met ozon was 0,5 procent aangetast. Als gebruikers zeiden de apparaten met ozon te hebben schoongemaakt, schoot dat omhoog naar 7 procent.
Met het geven van de update voldoet Philips aan eisen van de FDA. Maar naar eigen zeggen wil het bedrijf gebruikers ook wat duidelijkheid geven. "Op dit moment zeggen we tegen patiënten: 'Overleg met je arts of je het apparaat moet blijven gebruiken'. Deze informatie kan daarbij helpen."
In Nederland heeft Philips inmiddels zo'n 35.000 apparaten vervangen. Dat is ongeveer een derde van het totaal. Wereldwijd wil Philips eind dit jaar 90 procent van de ongeveer 5,5 miljoen betrokken apparaten vervangen door een nieuwe of een volledig herzien exemplaar voorzien van een ander soort isolatieschuim. Daarvoor zette Philips al bijna 900 miljoen euro opzij.