Philips is maandag bovenaan de AEX-index op het Damrak geëindigd. Dat gebeurde na het bericht dat Exor, het Italiaanse investeringsbedrijf van de familie Agnelli, de oprichters van autofabriek Fiat, een belang van 15 procent neemt in het zorgtechnologieconcern. Daarmee is een bedrag van 2,6 miljard euro gemoeid. Het aandeel Philips eindigde 4,4 procent hoger. Exor, dat ook een beursnotering heeft in Amsterdam, stond 0,3 procent lager.
Volgens Exor zijn er voorlopig geen plannen om het belang verder uit te bouwen. Maar op termijn zou de investeerder, die ook de grootste aandeelhouder is van sportwagenfabrikant Ferrari en tevens eigenaar van voetbalclub Juventus, zijn belang mogen uitbreiden tot maximaal 20 procent. In ruil voor de langetermijninvestering mag het bedrijf één lid leveren aan de raad van commissarissen van Philips.
De stemming onder beleggers in Amsterdam bleef verder terughoudend. Zij wachten vooral op cijfers van verzekeraar Aegon, betaalbedrijf Adyen en bouwer BAM, die later deze week naar buiten komen. Daarnaast worden woensdag de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Federal Reserve vrijgegeven. Die aantekeningen bevatten mogelijk meer aanwijzingen over toekomstige rentestappen. Een nieuw rentebesluit staat op de planning voor september.
De AEX-index eindigde 0,1 procent hoger op 766,21 punten. De MidKap verloor 0,3 procent tot 901,27 punten. De beurs in Londen daalde 0,3 procent, de beurzen in Frankfurt en Parijs wonnen tot 0,5 procent.
In de hoofdindex werd Philips bovenaan vergezeld door bierbrouwer Heineken, die 1 procent steeg. Dataleverancier RELX, Aegon en uitzender Randstad stegen tot 0,9 procent. Onderaan eindigden chemicaliëndistributeur IMCD (min 0,7 procent) en speciaalchemieconcern DSM-Firmenich (min 2,2 procent).
Tussen de stijgers in de MidKap stond laadpalenmaker Alfen bovenaan (plus 3,4 procent). SBM Offshore zakte 1,3 procent. De maritiem dienstverlener wist vrijdag nog een stijging te realiseren, nadat het bedrijf zijn kwartaalcijfers had gepubliceerd. Eerder op de dag zette SBM die stijging nog door, om uiteindelijk toch lager te eindigen.
De euro was 1,0920 dollar waard, tegen 1,0952 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,5 procent minder op 82,77 dollar. Brentolie werd eveneens 0,5 procent goedkoper op 86,35 dollar per vat.