Het Britse pond is dinsdag opnieuw sterk gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Aanleiding was de boodschap van gouverneur Andrew Bailey van de Bank of England dat de centrale bank zijn speciale steun om paniek op de financiële markten te voorkomen niet zal verlengen. "Jullie hebben nog drie dagen en moeten dit oplossen", zei hij in Washington. Na die boodschap daalde het pond ruim 1,7 procent tot onder de 1,10 dollar.
Eind september ontstonden er problemen toen de nieuwe Britse regering plannen ontvouwde voor lagere belastingen en tientallen miljarden aan energiesteun. Daarvoor wilden minister van Financiën Kwasi Kwarteng en premier Liz Truss veel geld lenen. De financiële markten schatten dat, vanwege de toch al hoge Britse staatsschulden, in als risicovol en de rente op staatsleningen schoot omhoog. Tegelijkertijd daalde het pond scherp.
De hoge rente op de staatsleningen zorgde op zijn beurt voor problemen bij Britse pensioenfondsen. Die hadden door middel van derivaten het risico op renteschommelingen afgedekt. Voor die derivaten moet echter geld worden betaald en toen de rente snel omhoog ging, moesten de pensioenfondsen plotseling veel geld bijleggen. De Bank of England kondigde daarop aan 65 miljard pond uit te trekken in dertien dagen om de pensioenfondsen te helpen. Die periode eindigt deze week.
Omdat Truss en Kwarteng grotendeels vasthouden aan hun begrotingsplannen en daar geen doorberekening van de Britse begrotingswaakhond bij willen geven, is de situatie in de afgelopen twee weken nauwelijks veranderd. De pensioenfondsen zouden ook lang niet alle problematische derivaten en staatsleningen hebben kunnen verkopen. Critici wijzen er dan ook op dat als de bank of England zich na donderdag weer terugtrekt de markten weer zeer onrustig kunnen worden.