De aandelenbeurzen in New York zijn met winsten aan de nieuwe handelsdag begonnen. De blik van beleggers is onder andere gericht op de chipmaker Arm, die donderdag naar de beurs gaat. Een openingskoers was er in de eerste handelsminuten nog niet.
Het aandeel van de onderneming, die in 2016 door de Japanse techinvesteerder SoftBank van de beurs werd gehaald, heeft een introductieprijs van 51 dollar per aandeel. Daarmee haalt Arm zo'n 4,9 miljard dollar op met de beursgang, tot dusver de grootste van dit jaar.
Veel grote klanten van het bedrijf, zoals Apple, Google-moeder Alphabet, Nvidia, AMD, Intel, TSMC en Samsung, hebben aangegeven aandelen Arm te zullen kopen bij de beursgang. Het aantal vrij verhandelbare aandelen op de beurs is echter laag aangezien eigenaar SoftBank ook na de beursintroductie een belang van zo'n 90 procent behoudt in Arm.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,5 procent hoger op 34.724,37 punten. De brede S&P 500 steeg 0,5 procent tot 4.488,19 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,4 procent tot 13.870, punten.
Beleggers verwerkten ook de renteverhoging van de Europese Centrale bank (ECB). Daarnaast kwamen er nieuwe inflatiegegevens uit de Verenigde Staten. Na de consumentenprijzen die woensdag naar buiten kwamen werd nu bekendgemaakt dat de Amerikaanse producentenprijzen harder zijn gestegen dan verwacht. Daarnaast bleek dat het aantal wekelijkse aanvragen van werkloosheidsuitkeringen met 220.000 is toegenomen.
De winkelbedrijven Walmart en Target wonnen respectievelijk 0,1 procent en 0,3 procent na nieuwe cijfers over de Amerikaanse winkelverkopen. Die stegen vorige maand met 0,6 procent.
HP verloor ruim 3 procent. Berkshire Hathaway, het investeringsbedrijf van beursmiljardair Warren Buffett, heeft een deel van zijn aandelen in de computerfabrikant verkocht.
Apple won 0,5 procent. De aandelenkoers van het techconcern staat al enige tijd onder druk door een mogelijk verbod op het gebruik van iPhones door Chinese ambtenaren, iets wat de Chinese regering zelf ontkent. Volgens de Nationale Veiligheidsraad, een belangrijk adviesorgaan voor het Witte Huis, zou het verbod een poging zijn tot wraak op de Verenigde Staten. De Amerikaanse regering probeert namelijk China steeds meer af te knijpen van de modernste chiptechnologie uit vrees voor het gebruik daarvan voor militaire doeleinden.