Sinds het begin van de coronacrisis sturen mensen elkaar vaker post. Een kwart van de Nederlanders verstuurde sinds de virusuitbraak meer kaartjes dan daarvoor. Dat becijfert PostNL, dat onderzoek heeft laten doen onder ruim duizend mensen. Het gaat om zowel handgeschreven kaartjes als fysieke kaartjes via onlineservices. Van de groep die meer post heeft verstuurd tijdens de coronacrisis, verwacht een deel dat ook daarna te blijven doen.
Vooral Nederlanders tot 40 jaar zijn de afgelopen anderhalf jaar actiever post gaan versturen. Van de mensen die meer kaartjes verstuurden, geeft driekwart aan daarbij weleens gebruik te hebben gemaakt van een onlineservice. Dat houdt in dat je via een website opdracht geeft tot het versturen van een fysiek kaartje. Toch zou iets meer dan de helft van de mensen het vooral leuk vinden om een handgeschreven kaartje te ontvangen. Volgens PostNL versturen Nederlanders voornamelijk kaartjes voor verjaardagen, ter condoleance, bij een geboorte en om iemand beterschap te wensen.
Hoe de postvolumes zich komende tijd zullen ontwikkelen, blijft wel afwachten. Bij de laatste kwartaalcijfers meldde PostNL dat er inderdaad ruim 4 procent meer post werd verstuurd dan een jaar eerder. Maar dat was onder meer te danken aan de uitnodigingen voor een coronavaccinatie die werden bezorgd en doordat er sprake was van herstel van de advertentiepost.
De opleving tijdens de coronapandemie volgt op een jarenlange daling van het postvolume. Die voortdurende afname was juist een van de argumenten waarom PostNL is gefuseerd met Sandd. De samensmelting zou nodig zijn geweest om in een krimpende markt de basispostvoorziening in Nederland vijf dagen per week te kunnen voortzetten.