De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is met kritische adviezen gekomen over het gebruik van mail- en clouddiensten van Google in het onderwijs en bij het ministerie van Justitie. Google bevestigt dit na berichtgeving door Het Financieele Dagblad. Het Amerikaanse technologieconcern verwelkomt naar eigen zeggen de "feedback" en denkt de door de privacywaakhond aangedragen problemen snel te kunnen oplossen.
Het gaat om Google Workspace, een pakket met allerlei diensten van Google, bijvoorbeeld Gmail, Google Drive, Google Agenda en Classroom, dat gebruikt wordt door scholen en universiteiten. Wat de toezichthouder hierover precies heeft gezegd, laat Google niet los. Wel zegt het concern toegewijd te zijn aan het naleven van de pricacywetgeving en erop te vertrouwen dat de bezwaren verholpen kunnen worden, zodat onderwijsinstellingen die er mee werken dit gewoon kunnen blijven doen.
Volgens het FD, dat de vertrouwelijke adviezen van de AP heeft ingezien, wordt scholen, universiteiten en ook het ministerie van Justitie aangeraden om die diensten van Google in de ban te doen omdat die niet zouden voldoen aan de Europese privacywet. Een belangrijk probleem zou zijn dat onderwijsinstellingen niet weten hoe en waar persoonlijke gegevens over hun leerlingen en studenten verwerkt worden, voor welk doel, en met welke grondslag.
SIVON en SURF, organisaties die zich richten op de omgang van scholen en onderwijsinstellingen met IT, zijn in overleg met Google over de zorgen, meldt het ministerie van Onderwijs. Het departement doet, samen met het ministerie van Justitie en een reeks koepelorganisaties "een dringend beroep op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van Google om de risico's weg te nemen en de privacy van leerlingen en studenten te waarborgen, zodat scholen de Google-producten veilig kunnen gebruiken".
De ambtenaren van Justitie gebruiken de Google-diensten volgens de krant nog niet, maar zouden hierover in onderhandeling zijn.
Een zegsman van de AP kan alleen aangeven dat er twee adviezen naar de betreffende ministeries zijn gestuurd. Inhoudelijk kan hij daar niet verder op ingaan. Volgens Haagse bronnen liggen de rapporten nog op de ministeries. Pas later worden ze, voorzien van een reactie van het kabinet, naar de Tweede Kamer gestuurd.