Het vertrouwen dat ondernemers in de industrie hebben is nog verder gestegen in juli. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde een maand eerder al dat het zogenaamde producentenvertrouwen de hoogste stand had bereikt sinds het begin van de metingen in 1985, maar in juli ging dit record alweer uit de boeken.
De industrie draait al enige tijd op volle kracht. Door de sluitingen van onder meer fabrieken in het voorjaar van 2020 om corona terug te dringen ontstonden tekorten aan allerlei producten. Sinds die fabrieken weer open konden geldt de industrie als de aanjager van het economisch herstel.
Vooral de hoeveelheid orders die de ondernemers hebben liggen en de voorraden voltooide producten stemden tot meer tevredenheid dan een maand eerder. Ook over de verwachte productie in de komende drie maanden zijn meer ondernemers positief gestemd dan dat er pessimisten zijn. De stijging ten opzichte van juni was daar echter minimaal.
De ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie waren in juli het positiefst, gevolgd door de hout- en bouwmaterialenindustrie. In die laatste sector nam het vertrouwen wel flink af ten opzichte van een maand eerder. In de transportmiddelenindustrie en de papier- en grafische industrie werden ondernemers juist aanzienlijk positiever.
Industriële machines en installaties kenden in juli een bezettingsgraad van 84,1 procent. Daarmee is volgens de statistici een stand bereikt vergelijkbaar met de situatie in 2019, voor de coronacrisis. Eerder had het statistiekbureau al gemeld dat de industriële productie in mei 16,5 procent hoger was dan in dezelfde maand een jaar eerder. Ook dat was een hoger niveau dan voor de crisis.