De prijzen die Chinese fabrikanten voor hun producten vragen zijn in mei in het snelste tempo gestegen sinds 2008. De stijgende grondstofprijzen zijn debet aan de prijsstijging. Het zorgt ook voor prijsdruk wereldwijd.
De producentenprijzen stegen met 9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dat was een maand eerder nog 6,8 procent, aldus het Chinese statistiekbureau. Economen gingen in doorsnee uit van een stijging van de prijzen met 8,5 procent.
De consumentenprijzen stegen in mei met 1,3 procent in vergelijking met een jaar eerder. Hier werd alom rekening gehouden met een stijging met 1,6 procent.
De sterk stijgende grondstofprijzen heeft Chinese beleidsmakers ertoe aangezet gerichte maatregelen te nemen om de prijsstijgingen te beteugelen. Dat kan door middel van prijscontroles, maar ook het opvoeren van het aanbod van grondstoffen. Ook wordt speculatie en hamsteren hard aangepakt.
Dat de prijzen voor consumenten minder hard oplopen dan de prijzen die fabrikanten vragen, duidt erop dat winkelbedrijven het nog niet aandurven de stijgende kosten door te berekenen. Dit kan te maken hebben met de zwakke binnenlandse vraag. Volgens kenners gaat er doorgaans ook wat tijd overheen alvorens de prijsdruk door consumenten wordt gevoeld.
De stijgende grondstofprijzen zijn het gevolg van het wereldwijde herstel van de coronapandemie. Die zorgde eerder voor bevoorradingstekorten. Ook de omvangrijke steunpakketten van overheden wakkeren de prijsstijgingen aan.