De productie van de Japanse autofabrikant Toyota is voor de vierde maand op rij gedaald. Het autoconcern wordt nog altijd geplaagd door een tekort aan computerchips en verstoringen in de leveringsketen.
In juli daalde de productie met 8,6 procent ten opzichte van een jaar geleden naar 706.547 voertuigen, meldt het autoconcern. De verkoop nam met 7,2 procent af naar 797,179 verkochte auto's. Daarmee duurt de daling in de verkoop nu al elf maanden op rij.
Behalve een tekort aan chips zorgen ook hogere kosten van grondstoffen en materialen en het regelmatig stilvallen van fabrieken in China door coronalockdowns voor de lage productie bij autofabrikanten wereldwijd. Toch blijft Toyota vasthouden aan het productiedoel van 9,7 miljoen voertuigen voor dit boekjaar, dat eind maart 2023 eindigt. Ook wijzigt de autofabrikant zijn winstvooruitzicht niet.
Hoewel de overzeese productie van Toyota in juli naar een recordhoogte steeg, was deze nog steeds niet op niveau. De productie in Japan dook met bijna een derde omlaag ten opzichte van een jaar eerder.
Leidinggevenden binnen Toyota hebben deze maand gezegd dat ze niet genoeg vertrouwen hebben om de vooruitzichten verder naar boven bij te stellen. Ze zien "veel onzekerheden in de toekomst", zoals een negatieve impact op de economie en mogelijke renteverhogingen in andere landen.
Concurrent Nissan zei dat de productie in juli steeg met 9,4 procent naar 284.755 voertuigen, tegenover een daling in verkopen van 13 procent naar 265.905 voertuigen. Daarmee dalen de verkopen al dertien maanden op rij. Fabrikant Honda zag de productie met bijna 6 procent toenemen in die maand, naar 343.205 voertuigen. Het was voor de automaker de tweede maand op rij dat er meer auto's werden gemaakt.