De productiegroei in de Nederlandse industrie is in mei weer wat afgezwakt na de piek in april. Toch bleven fabrieken volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) draaien op een relatief hoog niveau.
De gemiddelde dagproductie kwam 10 procent hoger uit dan in mei vorig jaar. In ruim twee derde van alle bedrijfsklassen in de industrie ging de productie omhoog. Een maand eerder bedroeg de groei evenwel nog zo'n 14 procent. Het CBS meldde voor april toen ook het hoogste productieniveau ooit gemeten.
De productiecijfers verschillen de laatste tijd sterk per maand. In maart, de eerste maand na de uitbraak van de oorlog in Oekraïne, zakte de productiegroei nog duidelijk terug. Op de achtergrond speelt ook mee dat elke maand wordt vergeleken met dezelfde maand vorig jaar toen de coronasituatie in Nederland nog anders was dan nu.
Het statistiekbureau meldt daarnaast dat de stemming onder ondernemers in de industrie de laatst tijd wat aan het dalen is. In juni is het beeld wat dat betreft minder gunstig dan in mei. Daarmee volgt het sentiment hier de stemming in de Duitse industrie, waar producenten recent pessimistischer zijn geworden over de verwachte bedrijvigheid in de tweede helft van het jaar. Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor bedrijven in Nederland.
Deskundigen van ING denken dat de groei van de volumes in de Nederlandse industrie in de tweede helft van het jaar en volgend jaar waarschijnlijk omslaat naar lichte krimp. "Producenten moeten rekening blijven houden met grillige levertijden en hoge energie- en materiaalprijzen", zegt sectoreconoom Edse Dantuma met daarbij een verwijzing naar de Oekraïne-oorlog, de boycots tegen Rusland en de lockdowns in China. Die ontwikkelingen hebben de al langer bestaande leveringsproblemen in de industrie de afgelopen maanden verergerd.