Spoorbeheerder ProRail mocht in 2015 en 2016 hogere kosten in rekening brengen voor gebruik van het spoor. Regionale vervoerders tekenden beroep aan tegen die tariefsverhoging, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gaat niet mee in hun betoog.
ProRail verhoogde zijn tarieven voor gebruik van het spoor, perrons en treinparkeerplaatsen in die periode met 50 miljoen euro. Volgens Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia was die tariefsverhoging in strijd met nationale en internationale regelgeving, omdat de hogere kosten niet direct verband zouden houden met het gebruik van het spoor. De Autoriteit Consument & Markt gaf de vervoerders na onderzoek grotendeels ongelijk.
De vervoerders gingen daarop in beroep, maar vangen ook bot bij de hoogste bestuursrechter van Nederland. Het CBb oordeelt eveneens dat de gestegen tarieven rechtstreeks terug te voeren zijn op het gebruik van het spoor.
De ACM oordeelde eind 2016 overigens wel dat ProRail een deel van de onderhoudskosten verkeerd had berekend. De spoorbeheerder moest daarom 4 miljoen euro terugbetalen aan vervoerders.