De kosten voor elektriciteit en gas in Nederland gaan komende decennia flink stijgen door de energietransitie, bevestigt accountants- en adviesorganisatie PwC Nederland na berichtgeving in de Volkskrant. Consumenten en bedrijven zullen daardoor dan ook fors hogere tarieven en belastingen betalen, meldt energiespecialist Paul Nillesen bij PwC.
Vooral de kosten voor stroom zullen stijgen, onder meer omdat mensen en bedrijven in de energietransitie meer elektriciteit verbruiken en minder fossiele brandstoffen als gas. Het elektriciteitsnet moet worden uitgebreid en verzwaard om de grotere vraag naar stroom aan te kunnen. Netbeheerders investeren hier komende jaren miljarden euro's in. Ook bijvoorbeeld het aanleggen van windparken op zee brengt extra kosten met zich mee.
Elektriciteit en gas zijn in 2030 bijna twee keer zo duur dan in 2020, heeft PwC berekend. Naar verwachting stijgen die kosten van 22 miljard euro in 2020 naar 43 miljard euro tien jaar later. In 2040 wordt energie weer 30 procent duurder. Dan kosten stroom en gas 56 miljard euro, denkt PwC. Mogelijk blijven de kosten volgens Nillesen ook na 2040 zo hoog. "Veel kosten zijn investeringen voor de lange termijn en moeten worden terugverdiend." Na 2040 worden volgens hem ook nog kosten gemaakt voor bijvoorbeeld het opslaan van waterstof.
Huishoudens gaan in 2040 volgens PwC het grootste deel van de energiekosten betalen, namelijk 31 miljard euro. Nillesen vindt dan ook dat consumenten zich moeten aanpassen aan de manier waarop ze energie gebruiken. "In het debat over de energietransitie ontbreekt vaak dat de transitie lang duurt en dat die gevolgen heeft voor de rekening die we met zijn allen moeten betalen."