Economen van Rabobank denken dat de inflatie dit jaar uitkomt op 7,7 procent. Dat is fors hoger dan de prognose van de bankeconomen van een maand eerder van 5,5 procent. Voor 2023 rekent Rabobank op een nog altijd aanzienlijke inflatie van 4,5 procent. Eerder gingen de economen voor volgend jaar uit van een geldontwaarding van 2,9 procent.
Aanleiding van de bijstelling door Rabobank is de torenhoge inflatie in de maand maart van haast 12 procent die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind vorige week bekendmaakte. De bankeconomen wijzen erop dat dit cijfer voor het grootste deel veroorzaakt werd door de gestegen prijzen voor energie en motorbrandstoffen.
Ook de prijzen voor voedsel lopen evenwel verder op. Omdat tekorten aan bepaalde voedselproducten als gevolg van de oorlog in Oekraïne niet snel opgelost kunnen worden, denken de Rabo-economen dat de prijs nog wel even hoog blijft. Ook de gestegen kosten voor bijvoorbeeld diervoeder, transport en verpakkingen zullen de prijs van voedsel de komende tijd blijven beïnvloeden.
Dat de stijgende gasprijzen een relatief groot gevolg hebben in Nederland komt onder meer omdat andere landen vaak een groter deel van hun gasleveringen met langlopende contracten hebben afgedekt. Onder andere met Nederland als leverancier. Als afnemer heeft Nederland nauwelijks langlopende contracten afgesloten en dus werken prijsschommelingen veel meer door.