De omkoping door de Zweedse producent van netwerkapparatuur Ericsson blijkt veel omvangrijker dan eerder gedacht. Uit een nieuw rapport komt naar voren dat het bedrijf in verschillende landen schuldig is geweest aan omkoping en corruptie, waaronder in Irak. Daarbij zou zelfs geld van Ericsson bij terreurorganisatie IS zijn terechtgekomen.
Het zou gaan om miljoenen dollars die met de omkoping gemoeid waren om zo het vervoer van producten van Ericsson in Irak te laten doorgaan. Uit intern onderzoek kwam onlangs al naar voren dat Ericsson mogelijk betrokken was bij het betalen van steekpenningen in het land om toegang te krijgen tot transportroutes. Daarop kelderde het aandeel op de beurs.
Maar Ericsson zou nu in een reeks landen betrokken zijn geweest bij omkoping door lokale agenten of vertegenwoordigers. Het bedrijf zei de beschuldigingen van corruptie zeer zwaar op te nemen. In 2019 trof Ericsson nog een schikking met de Amerikaanse justitie voor meer dan 1 miljard dollar vanwege een ander onderzoek naar omkoping in landen als bijvoorbeeld China, Vietnam en Djibouti.
Het nieuwe rapport viel slecht bij beleggers op de beurs in Stockholm, want het aandeel Ericsson zakte maandagochtend bijna 7 procent.