De Duitse autofabrikant BMW heeft het afgelopen jaar ondanks de wereldwijde chiptekorten meer auto's en motoren verkocht en de hoogste winst ooit behaald. De winst was drie keer zoveel als een jaar eerder. Dat kwam onder meer door een "consequente strategie" en "het verkopen van de juiste producten op het juiste moment", aldus BMW. Het afgelopen jaar hadden veel autobouwers nog last van tekorten aan onderdelen zoals computerchips die in auto's worden gebruikt.
Onder de streep hield BMW 12,5 miljard euro over, tegen bijna 4 miljard euro in 2020. Daarmee zette BMW de hoogste winst in de boeken in zijn 106-jarige bestaan. De omzet kwam uit op 111,2 miljard euro, tegen bijna 99 miljard euro een jaar eerder. In dat jaar brak de pandemie uit, die de industrie parten speelde door allerlei verstoringen in logistieke en productionele ketens.
BMW verkocht vorig jaar 2,5 miljoen auto's, een stijging van ruim 8 procent op jaarbasis. Daarmee bereikte BMW het niveau van voor de coronacrisis. BMW verkocht onder meer duurdere modellen en profiteerde van een "buitengewone prijsontwikkeling" bij tweedehands auto's. Door de coronacrisis nam de vraag naar tweedehands auto's toe.
Van de afgeleverde modellen was vorig jaar 13 procent elektrisch. Daartoe behoren onder meer de modellen i3 en i4. Ook de verkoop van het aantal motoren steeg vorig jaar, met bijna 15 procent tot 194.261. Het bedrijf verkoopt ook auto's onder de merken Rolls-Royce en Mini.
BMW zei ook meer geld in kas te hebben kunnen houden door het gedeeltelijk kunnen terugdraaien van een voorziening van zo'n 1 miljard euro. Dat geld had het bedrijf opzijgezet vanwege een claim van de Europese Commissie over onderlinge afspraken rond uitstoottechnologie met Volkswagen en Mercedes-Benz. Volgens de commissie waren consumenten daarvan de dupe, omdat zij niet konden kiezen voor minder vervuilende voertuigen, terwijl daar wel de techniek voor bestond. De kwestie werd in het tweede kwartaal van vorig jaar afgerond.