De kennismigrantenregeling in Nederland werkt niet zoals deze zou moeten werken. Volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie is deze ongericht, waardoor ook kappers, schoonmakers en horecamedewerkers als kennismigrant het land binnenkomen. Er moet meer focus komen. "Zodat niet, zoals nu, ruim 10.500 bedrijven 'kenniswerkers' mogen aantrekken", schrijft inspecteur-generaal Rits de Boer in een reflectie op het afgelopen jaar.
De kennismigrantenregeling maakt het werkgevers mogelijk om relatief eenvoudig mensen van buiten de Europese Unie aan te nemen. Maar op basis van de ervaringen van arbeidsinspecteurs, merkt De Boer dat er eerder sprake is van een 'salarismigrant' dan van een kennismigrant. Zo is er geen opleidings- of kenniseis opgenomen in de regeling, maar wel een salariseis. Die houdt in dat een migrant die wordt aangetrokken van buiten de EU minimaal anderhalf keer een modaal salaris moet verdienen.
"Per saldo is de regeling weinig onderscheidend en maakt het migratie naar Nederland voor een veelheid van functies mogelijk", meent De Boer. "Dat is uiteraard een legitieme maatschappelijke (politieke) keuze, maar het label 'kennis' is dan in ieder geval deels een verkeerde benaming", schrijft hij verder.
De hoogste baas van de Arbeidsinspectie stelt daarom voor het begrip 'hoogwaardige kennis' inhoudelijk uit te leggen in de regeling. "Door te focussen op daadwerkelijk kennisintensieve bedrijven zou het bereik van de regeling naar schatting enkele honderden in plaats van meer dan 10.000 bedrijven betreffen", legt hij uit.