Nederland en veertien andere EU-landen hebben tijdens de coronacrisis nagelaten de rechten van vliegreizigers te beschermen. Zo stonden ze ten onrechte toe dat luchtvaartmaatschappijen passagiers geen geld teruggaven, oordeelt de Europese Rekenkamer. Dat hadden ze juist kunnen afdwingen in ruil voor de royale staatssteun.
Vliegmaatschappijen en reisorganisaties als Air France-KLM, Corendon en TUI dwongen reizigers vorig voorjaar om een tegoedbon aan te nemen voor een geannuleerde vlucht, constateert de Rekenkamer in een rapport, maar dat mag helemaal niet. Ze moeten een passagier een andere vlucht aanbieden of het geld teruggeven, schrijft het EU-recht voor.
De bedrijven zaten in de knel, begrijpt de Rekenkamer ook wel. De coronapandemie en de maatregelen om die te beteugelen raakten hen midscheeps. Tal van vluchten werden geschrapt. Dat trof tientallen miljoenen passagiers.
Maar de EU-landen hielpen hun luchtvaartmaatschappijen erdoorheen, met tientallen miljarden euro's aan staatssteun. Van al dat geld zagen de gedupeerde passagiers echter weinig terug. Pas in de loop van de zomer werden tickets terugbetaald. Passagiers die hun kaartje niet rechtstreeks bij de vliegmaatschappij hadden gekocht, kregen na soms langdurig getouwtrek maar een klein deel of helemaal niets terug.
Vliegreizigers moeten voortaan beter worden voorgelicht over hun rechten, vindt de Rekenkamer. En EU-lidstaten moeten in het vervolg eisen dat de rechten van passagiers worden gerespecteerd voor ze staatssteun verlenen.