De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag in de min gesloten. Het Amerikaanse rentebesluit bracht weinig richting. Apple stond in de schijnwerpers op Wall Street dankzij sterker dan verwachte kwartaalcijfers.
De Dow-Jonesindex sloot 0,7 procent lager op 23.924,84 punten. De breder samengestelde S&P zwakte eveneens met 0,7 procent af tot 2635,67 punten. Technologiebeurs Nasdaq leverde 0,4 procent in tot 7100,90 punten.
De Federal Reserve hield de belangrijkste rentetarieven ongewijzigd. De koepel van Amerikaanse centrale banken wees er wel op dat de inflatie de gewenste 2 procent nadert, maar dat de groei van de economie afvlakt. Marktpartijen houden er in doorsnee rekening mee dat bij de volgende vergadering in juni de rente wel weer wordt verhoogd.
Apple, naar beurswaarde gemeten 's werelds grootste bedrijf, zag de verkoop van iPhones het afgelopen kwartaal stijgen. Dit resulteerde in combinatie met gunstige belastinghervormingen in winst- en omzetcijfers die de verwachtingen ruimschoots overtroffen. Daarnaast kondigde de technologiereus aan voor nog eens 100 miljard dollar eigen aandelen in te willen kopen. Beleggers zetten Apple 4,4 procent hoger.
Een aantal bedrijven kwam met kwartaalcijfers naar buiten. Creditcardbedrijf Mastercard (plus 3,1 procent) vestigde in de eerste drie maanden van dit jaar records bij omzet en winst. Ook navigatiespecialist Garmin rapporteerde een recordomzet, maar boekte minder winst. Het aandeel ging 5 procent omhoog.
Snap, het bedrijf achter het sociale netwerk Snapchat, kreeg opnieuw een klap. Het aantal nieuwe gebruikers van de dienst viel lager uit dan verwacht en daardoor waren er ook minder reclame-inkomsten. Snap werd bijna 22 procent lager gezet.
Cosmeticaproducent Estée Lauder haalde meer winst en verhoogde ook de prognoses voor heel het jaar. Beleggers maakten zich echter zorgen om de achterblijvende resultaten op de Amerikaanse markt, waardoor het aandeel 8,5 procent verloor.
De euro was 1,1944 dollar waard tegen 1,1971 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,7 procent duurder en ging voor 67,72 dollar van de hand. De prijs van een vat Brent-olie bleef vrijwel gelijk op 73,12 dollar.