Een grote fabriek van Foxconn in de Chinese stad Zhengzhou kan nog weken niet zijn volledige productie van Apples iPhones halen. Dat verwachten bronnen binnen de Taiwanese elektronicaproducent, schrijft Reuters. De fabriek in Zhengzhou had te maken met coronamaatregelen. Daardoor vertrok ook veel personeel dat de omstandigheden in de fabriek, waar de arbeiders ook wonen, beneden peil vonden.
Vorige maand brak er corona uit in Zhengzhou en ook in de fabriek van Foxconn, die ook wel bekend staat als iPhone City. Personeel verliet daarna de fabriek omdat ze geen slaapzalen wilden delen met mensen die in quarantaine moesten. Ook moesten ze extra lange diensten draaien om de ziekte op te vangen. Op een zeker moment ontstonden er zelfs relletjes tussen arbeiders en beveiligers in de fabriek.
Ondertussen daalde door de problemen de productie van iPhones in de fabriek met 30 procent in november. Pas eind dit jaar of begin volgend jaar zou de fabriek weer volledig op stoom zijn. Dat is kort voordat in China fabrieken dicht zullen gaan vanwege het Chinees Nieuwjaar.
Foxconn maakt zo'n 70 procent van de iPhones voor Apple en de fabriek in Zhengzhou maakt het merendeel van de duurdere varianten zoals de huidige iPhone 14 Pro en Pro Max. Daar zou dan ook een tekort aan zijn voor de feestdagen, wat voor Apple een tegenvaller kan zijn omdat het feestdagenkwartaal doorgaans het beste kwartaal is voor het elektronicaconcern. IPhones worden vaak cadeau gegeven, maar die vraag verdwijnt als de feestdagen voorbij zijn.