De Europese beurzen stonden woensdag stevig in het rood. Het sentiment werd gedrukt door de aankondiging dat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een officieel onderzoek is gestart naar het afzetten van president Donald Trump. Ook de politieke ontwikkelingen in Londen rond de brexit en ontwikkelingen aan het handelsfront zorgden voor onzekerheid.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 1,2 procent in de min op 567,99 punten. De MidKap raakte 1,8 procent kwijt op 811,35 punten. Frankfurt en Parijs verloren tot 1,6 procent. Londen zakte 1 procent. Het Britse Lagerhuis komt woensdag weer bijeen, zonder dat er zicht is op een einde aan de diepe politieke crisis in het land over de brexit.
Alle 25 hoofdfondsen op het Damrak gingen omlaag. Chipmachinemaker ASML was de grootste verliezer met een min van 2,9 procent. De banken ING en ABN AMRO en staalconcern ArcelorMittal verloren ook meer dan 2 procent.
Ook in de MidKap waren geen stijgers te bekennen. Postbedrijf PostNL was de grootste daler met een verlies van 3,4 procent. Bij de kleinere bedrijven daalde funderingsspecialist Sif 2,7 procent na een adviesverlaging van ABN AMRO.
In Parijs zakte EDF 6,8 procent. Het Franse energieconcern denkt dat de kosten voor de bouw van een Britse kerncentrale aanzienlijk hoger uitvallen dan eerder verwacht. Het Britse supermarktconcern Sainsbury won 1,6 procent in Londen dankzij beter dan verwachte kwartaalcijfers.
Thyssenkrupp daalde ruim 2 procent in Frankfurt. Het industrie- en staalconcern wil af van zijn topman Guido Kerkhoff na vier winstwaarschuwingen. Het Duitse softwarebedrijf TeamViewer maakte zijn debuut op de beurs in Frankfurt. Het aandeel noteerde 2,2 procent lager.
Het Duitse sportkledingbedrijf Adidas verloor 1 procent ondanks goede kwartaalresultaten van de Amerikaanse concurrent Nike. Puma zakte 1,9 procent. Het Franse modeconcern Kering (min 1,3 procent), een grootaandeelhouder van Puma, geeft een obligatielening uit die kan worden omgeruild in aandelen van de Duitse sportkledingmaker.
De euro was 1,1001 dollar waard, tegen 1,0999 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,4 procent minder op 56,49 dollar. Brentolie zakte 1,6 procent in prijs tot 62,07 dollar per vat.