De Britse fabrikant van vliegtuigmotoren Rolls-Royce gaat nieuwe motoren leveren voor de Amerikaanse B-52-bommenwerpers. Daardoor moeten de verouderde toestellen weer jaren meekunnen. Met de deal is tot 2,6 miljard dollar gemoeid, heeft het Pentagon laten weten. Omgerekend is dat zo'n 2,2 miljard euro.
Rolls-Royce, dat de klus zal laten uitvoeren door zijn Noord-Amerikaanse tak, heeft een basiscontract van 501 miljoen dollar in de wacht gesleept voor de levering van 608 motoren voor in totaal 76 B-52's van de Amerikaanse luchtmacht. Elk vliegtuig heeft namelijk acht motoren. Maar er zitten ook veel opties bij de deal, waardoor het bedrag voor de fabrikant verder kan oplopen. Rolls-Royce zal ook reserveonderdelen leveren.
De B-52 werd in de jaren vijftig in gebruik genomen en is onder meer in gezet tijdens de Vietnamoorlog. De zware bommenwerpers zijn in het huidige tijdperk van dronetechnologie nog steeds belangrijk voor de VS. Recentelijk werden er nog B-52's gebruikt om luchtdekking te bieden bij de terugtrekking uit Afghanistan. De Amerikanen willen de vliegtuigen nog tot ongeveer 2050 in dienst houden. Maar daarvoor is het wel nodig dat de toestellen een upgrade krijgen. Hiervoor trekt de Amerikaanse overheid naar schatting zo'n 11 miljard dollar uit. Er moeten bijvoorbeeld ook nieuwe displays komen in de cockpit.
Voor het leveren van de nieuwe motoren waren meerdere fabrikanten in de race. Ook General Electric en Pratt & Whitney, dat de motoren maakte waarmee de B-52's nu rondvliegen, kwamen met een voorstel. Maar uiteindelijk ging de voorkeur naar Rolls-Royce. Het gaat overigens niet om de autobouwer Rolls-Royce. De automobieldivisie valt al sinds de jaren zeventig niet meer onder het industrieconcern. Auto's met de naam Rolls-Royce worden tegenwoordig geproduceerd onder de vlag van het Duitse BMW.