De coronasteun van de overheid heeft ruim 13.000 bedrijven niet kunnen redden. Deze ondernemingen maakten gebruik van steunmaatregelen, maar werden uiteindelijk toch opgeheven, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wel was de kans dat een bedrijf werd opgeheven veel kleiner dan wanneer het geen overheidssteun ontving.
Tussen april 2020 en maart 2021 maakten in totaal 586.000 bedrijven gebruik van een of meerdere vormen van coronasteun. Dat betekent dat ongeveer een op de vijftig van die bedrijven de crisis niet overleefde. Daar staat tegenover dat bijna een tiende van de bedrijven zonder steun werd opgeheven. Ook ligt het aantal faillissementen nog altijd historisch laag.
Het is overigens lang niet altijd zo dat een bedrijf wordt opgeheven vanwege een faillissement. Ondernemers kunnen er bijvoorbeeld ook voor kiezen om een punt te zetten achter hun bedrijf om te voorkomen dat het failliet gaat. Over de omvang en het aantal medewerkers van de bedrijven die stopten, doet het statistiekbureau geen uitspraken. Ook is niet duidelijk hoeveel coronasteun hiermee precies was gemoeid. Maar het CBS zegt wel wat over de getroffen sectoren en verschillende vormen van coronasteun die het betrof.
Horecabedrijven zijn tijdens de coronacrisis relatief het meest opgeheven. Met name horecaondernemers zonder coronasteun zetten vaak een punt achter hun bedrijf. Maar ook van de gesteunde bedrijven waren in de horeca relatief de meeste opheffingen. Verder ging het vooral om bedrijven uit de vervoer- en opslagbranche, handelsondernemingen en zakelijke dienstverleners.
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) werd het meest gebruikt. Deze regeling moest voorkomen dat zelfstandig ondernemers onder het sociaal minimum belandden. 1 procent van de 300.000 bedrijven die gebruikmaakten van deze regeling is opgeheven. Ondernemers hebben ook veel gebruikgemaakt van de optie om de betaling van belastingen uit te stellen. 3 procent van de ondernemers die dit deden, zijn er toch mee gestopt.