Een Amerikaans belastingplan voor multinationals heeft de steun gekregen van 130 landen waaronder Nederland. Dat heeft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bekendgemaakt. Een klein groepje van de bij die organisatie aangesloten landen steunt het plan niet.
Het Amerikaanse plan moet ervoor zorgen dat ondernemingen die in meerdere landen actief zijn, in al die landen belasting betalen. Daarvoor hoeven de bedrijven geen kantoor in een land te hebben. Wereldwijd gaat de minimale winstbelasting voor die bedrijven bovendien naar 15 procent.
Door het plan wordt over een deel van de winst van multinationals geen belasting geheven in het thuisland, maar in de landen waar het bedrijf die winst daadwerkelijk behaalde. Naar verwachting gaat het jaarlijks om ruim 100 miljard dollar aan winst. De verhoging van de wereldwijde minimumbelasting naar 15 procent levert elk jaar naar verwachting zo'n 150 miljard dollar aan extra belastinginkomsten op wereldwijd.
Van de 139 landen die meepraatten over een nieuw belastingplan, staan negen daar niet of nog niet achter. Een van de landen die de plannen niet steunt is Ierland, dat net als Nederland door veel andere Europese landen als een belastingparadijs wordt gezien.
De Ierse regering verzet zich tegen de ondergrens van 15 procent voor winstbelastingen en wil vasthouden aan het belastingtarief van 12,5 procent voor grote bedrijven. Met dat tarief wisten de Ieren veel Amerikaanse techbedrijven als Apple en Facebook te lokken. Minister van Financiën Paschal Donohoe verklaarde wel achter het grootste deel van het akkoord te staan. "Ik heb de bedenkingen van Ierland kenbaar gemaakt, maar blijf me inzetten voor een resultaat dat Ierland kan steunen", zo zei hij.
Andere landen die zich niet achter het plan van de Verenigde Staten schaarden, zijn Barbados, Estland, Hongarije, Kenia, Nigeria, Peru, Saint Vincent en de Grenadines en Sri Lanka.
De Britse minister van Financiën Rishi Sunak zei te hopen dat de details van het akkoord in oktober al zijn uitgewerkt. Zijn Franse evenknie Bruno Le Maire noemde de afspraken "de belangrijkste internationale overeenkomst over belastingen van de afgelopen honderd jaar".