De Russische invasie van Oekraïne heeft tot nu toe al bijna 1 biljoen dollar aan schade veroorzaakt. De schade is vijf keer hoger dan het jaarlijkse bruto binnenlands product (bbp) van Oekraïne vóór de Russische invasie in februari dit jaar.
In termen van directe en indirecte kosten heeft Oekraïne "ongeveer 1 biljoen dollar" schade geleden, zei Oleg Oestenko, economisch adviseur van president Volodimir Zelenski, tijdens een evenement georganiseerd door de Duitse Raad voor Buitenlandse Betrekkingen in Berlijn. De regeringsfunctionaris maakte eerder al een schatting van de oorlogsschade in de eerste twee weken van de strijd. Die bedroeg toen 100 miljard dollar.
De vernietiging als gevolg van de oorlog vormt volgens hem een "aanzienlijk probleem voor de overheidsfinanciering". Ook bedrijven die niet vernietigd zijn door de Russen werken volgens de functionaris niet op volle kracht of draaien slechts enkele uren per dag. De overheid krijgt daardoor veel minder geld binnen dan aanvankelijk werd verwacht.
Ondanks drastische bezuinigingen op de overheidsuitgaven, heeft de Oekraïense regering sinds de invasie een tekort van 5 miljard euro per maand, aldus de functionaris. In 2023 zal dat tekort naar verwachting afnemen tot ongeveer 3,5 miljard euro per maand. Westerse bondgenoten haasten zich ondertussen om Oekraïne te hulp te schieten om het gat te vullen. De Wereldbank, de Europese Unie en de G7-landen hebben het land al miljarden aan financiële steun toegezegd.
De Oekraïense regering verwacht volgens de functionaris dat de economie dit jaar met 35 tot 40 procent zal krimpen als gevolg van de oorlog. Dat is volgens hem de "diepste daling van het bbp sinds 1991". Oekraïne riep op 24 augustus 1991 zijn onafhankelijkheid uit, nadat in de Sovjet-Unie een staatsgreep van conservatieve krachten was mislukt. In december dat jaar stemde de bevolking in een referendum voor onafhankelijkheid. Enkele weken later hield de Sovjet-Unie op te bestaan.