Het beursdebuut van sandalenmerk Birkenstock is uitgelopen op een sof. Aandelen van het van oorsprong Duitse bedrijf eindigden de dag fiks lager.
Het bijna 250 jaar geleden opgerichte bedrijf was lange tijd bekend als maker van orthopedisch verantwoorde sandalen, maar het schoeisel verkreeg de afgelopen decennia steeds meer de status van mode-item. Tal van sterren werden gezien met de sandalen, die ook een bijrol kregen in de zeer succesvolle Barbie-film die deze zomer uitkwam.
Investeringsfirma L Catterton kocht in 2021 een meerderheidsbelang in Birkenstock, waarbij de broers Alex en Christian Birkenstock volgens persbureau Bloomberg ruim 3 miljard euro verdienden. Die overname maakte ook de weg vrij voor de beursgang van het merk.
Beleggers lijken vooralsnog minder enthousiast over Birkenstock, ondanks de populariteit van de sandalen bij veel verschillende generaties. De aandelen, die voor een introductieprijs van 46 dollar naar de beurs gingen, daalden bijna 13 procent. Daarmee heeft het bedrijf een beurswaarde van ongeveer 7,5 miljard dollar.
De stemming op Wall Street was verder voorzichtig positief. De aandacht ging onder andere uit naar de notulen van de meest recente rentevergadering van de Federal Reserve. Daaruit kwam naar voren dat beleidsmakers van de Amerikaanse centralebankenkoepel het eens waren dat rentes voorlopig hoog moeten blijven om de inflatie af te remmen. Tegelijkertijd vonden ze het belangrijk om het risico's van te sterke ingrepen "in balans te brengen" met de risico's van te slap optreden tegen de inflatie.
De Dow-Jonesindex steeg 0,2 procent tot 33.804,87 punten. De bredere S&P 500 won 0,4 procent tot 4376,95 punten en de Nasdaq eindigde 0,7 procent hoger op 13.659,68 punten. Grote techbedrijven als Microsoft, Facebook-moeder Meta en Google-eigenaar Alphabet stegen tot zo'n 1,8 procent.
Grote energieconcerns verloren juist terrein, waarbij ExxonMobil met een verlies van 3,6 procent de grootste daler was. Het bedrijf maakte bekend branchegenoot Pioneer Natural Resources (plus 1,4 procent) over te nemen voor bijna 60 miljard dollar.
De olieprijzen daalden. Een vat Amerikaanse olie werd 2,4 procent minder waard op 83,87 dollar per vat. Brentolie daalde 1,7 procent in prijs tot 86,17 dollar per vat. De euro steeg 0,1 procent ten opzichte van de dollar en was 1,0618 dollar waard.