Scheepswerf Royal IHC heeft van de rechter gelijk gekregen in een belangrijke procedure over een plan om de schuldenlast van het bedrijf te verlagen. Daardoor blijven bankgaranties voor het bedrijf in tact en is het voor IHC ook mogelijk nieuwe financiering aan te trekken voor het bouwen schepen en andere apparatuur.
Met de meeste banken was al een akkoord bereikt, maar een aantal wilde niet instemmen. Daardoor dreigde het voortbestaan van IHC in gevaar te komen. Nu de rechter het akkoord heeft bekrachtigd worden alle kredietverstrekkers aan het plan gebonden.
Belangrijk onderdeel van het akkoord is de verkoop van dochterbedrijf IQIP dat voornamelijk voor de offshore-industrie funderingen maakt. De verkoop zou meer opleveren dan de hele schuldenlast van IHC. Dat helpt het bedrijf bij het doen van belangrijke betalingen en het versterken van de balans.
IHC had het de afgelopen jaren zwaar door grote tegenvallers bij de bouw van enkele schepen. In 2020 moesten de overheid, banken en een groep bedrijven het maritieme concern al van de ondergang redden met een noodpakket van honderden miljoenen euro's.
De scheepswerf benadrukte onlangs dat een groot onderdeel van het bedrijf wel "gewoon goed en winstgevend" draait. Inmiddels trekt de vraag naar diensten van IHC ook weer aan, aldus het bedrijf. IHC denkt daarom ook na de verkoop van IQIP nog voldoende kansen te hebben in de markten waarin het actief is.