Schiphol kreeg vorige maand net als in mei 5,2 miljoen reizigers over de vloer. Dat is fors meer dan in juni vorig jaar en dezelfde maand het jaar daarvoor, maar beduidend minder dan voor de coronacrisis.
Een jaar geleden waren er bijna 1,7 miljoen passagiers en in juni 2020 ging het om een kleine half miljoen mensen. Voor de pandemie, in juni 2019, telde het vliegveld nog 6,5 miljoen reizigers.
Door personeelstekorten bij de beveiliging en bagageafhandeling kampt Schiphol de laatste tijd met veel problemen. De luchthaven kan de zomerdrukte niet aan en kondigde eerder daarom maatregelen aan om de drukte nog enigszins te beperken. Dat is ook de reden dat luchtvaartmaatschappijen deze zomer veel vluchten moeten schrappen.
Vooral vanaf Schiphol vertrekkende en in Nederland aankomende reizigers zetten veel druk op de operatie. Dan gaat het ook om het grootste deel van de reizigers. Van de in totaal 5,2 miljoen passagiers in juni, hadden 1,9 miljoen reizigers een overstap op Schiphol. En in dat laatste cijfer zitten ook nog dubbeltellingen, want de overstappers tellen als passagier bij aankomst en als passagier bij vertrek. Het waren eigenlijk maar zo'n 950.000 unieke reizigers.
Uit de maandcijfers van Schiphol komt verder naar voren dat het aantal vrachtvluchten vorige maand lager lag dan een jaar terug. Dit waren er 1467 waar er een jaar geleden nog 1841 werden geteld. Alles bij elkaar verwerkte Schiphol 36.921 vluchten. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van juni vorig jaar, een toename van 355 procent vergeleken met juni 2020 maar een een afname van 15 procent afgezet tegen juni 2019.