Het kabinet moet meer doen om een circulaire economie te realiseren, zonder afval, waarin grondstoffen worden hergebruikt. Anders dreigen de klimaatdoelen niet te worden gehaald. Dat adviseert de Sociaal-Economische Raad (SER) na een verkenning. Volgens de adviesraad heeft het kabinet nu te veel aandacht voor de energietransitie, terwijl de omslag naar een circulaire economie net zo ingrijpend is.
Uiterlijk in 2050 moet die circulaire economie realiteit zijn, en daarmee de transitie naar duurzame grondstoffen. Volgens de SER hangt de transitie naar duurzame energie nauw samen met die grondstoffentransitie. Daarom moeten beide transities samen worden aangepakt, iets wat volgens de SER nu onvoldoende gebeurt. Het is volgens de raad "terecht" dat het kabinet de energietransitie versnelt, maar dat moet dan wel in samenhang.
Daarvoor moet het kabinet onder andere kijken naar internationale ketens. Zo is de energietransitie gericht op CO2-reductie in Nederland. Internationaal opererende Nederlandse bedrijven zouden echter nog onvoldoende prikkels ervaren om bijvoorbeeld hun grondstoffenverbruik ook in het buitenland terug te dringen.
Volgens Ed Nijpels, voorzitter van de SER-commissie Duurzame ontwikkeling die de verkenning uitvoerde, komen klimaatdoelen anders in de knel. "We zullen radicaal efficiënter moeten omgaan met grondstoffen, materialen en producten, om klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en milieuproblemen echt tegen te gaan."
Verder betoogt de SER dat transities alleen haalbaar en houdbaar zijn wanneer er aandacht is voor onder meer inkomens en vermogens van huishoudens en arbeidsomstandigheden. De lusten en lasten van zowel de energie- als de grondstoffentransitie moeten volgens de SER eerlijk worden verdeeld.