Olie- en gasconcern Shell schrijft tussen de 4 miljard en 5 miljard dollar af op zijn activiteiten in Rusland. Het bedrijf besloot wegens de Russische inval in Oekraïne het land volledig te verlaten. Shell verwacht door die stap onder andere geld te verliezen door verbroken contracten, kredietverliezen en andere misgelopen inkomsten.
Shell maakte kort na de inval bekend zijn belangen in grote projecten voor de winning van olie en gas in Rusland te verkopen. Begin maart nam Shell ook de beslissing om te stoppen met zijn ongeveer vierhonderd tankstations in het land en geen olie en gas meer te kopen uit het land. Eerder zei Shell dat de bezittingen in Rusland zo'n 3 miljard dollar waard waren en 400 miljoen dollar af te schrijven door geen brandstoffen meer te leveren aan het land.
Het Britse gasconcern, dat tot voor kort deels Nederlands was, had in Rusland onder andere een belang van 27,5 procent in een groot project voor vloeibaar gemaakt aardgas (lng) en olie in het oosten van Rusland, met de naam Sakhalin-II. Het Russische staatsgasbedrijf Gazprom is daarvan de eigenaar.
Ook Shells branchegenoot BP kondigde wegens de oorlog in Oekraïne aan Rusland te verlaten. Olie- en gasbedrijf TotalEnergies wil geen afstand doen van zijn eigendommen in het land. Die zouden dan tegen een flinke korting moeten worden verkocht aan een waarschijnlijk Russische partij die daarvan profiteert, beargumenteert het Franse concern.
Door de oorlog tussen het olie- en gasrijke Rusland en Oekraïne zijn de prijzen voor deze grondstoffen erg hard gestegen. Shell is naast een producent ook een belangrijke handelaar in olie en gas. Met de handel in olieproducten verwacht het concern in de eerste drie maanden van 2022 "aanzienlijk hogere" resultaten te hebben geboekt dan in het laatste kwartaal van 2021. Ook de handel in lng zal naar verwachting meer winst hebben opgeleverd.