De aandelenbeurs in Amsterdam is donderdag met een klein verlies de handel uitgegaan. Olie- en gasconcern Shell was een van de grootste verliezers bij de hoofdfondsen na een tegenvallende vooruitblik op de kwartaalresultaten. Chipbedrijven behoorden tot de winnaars.
De AEX-index eindigde 0,5 procent lager op 661 punten. Shell stond met een verlies van 3,2 procent in de onderste regionen van de graadmeter. Het energiebedrijf meldde onder meer dat de marges op raffinageproducten lager liggen dan voorheen. Daarnaast zijn de resultaten uit de gashandel lager. Tegen het einde van deze maand geeft het bedrijf definitieve kwartaalcijfers.
Een dag eerder profiteerde het aandeel Shell nog van de forse productieverlaging die oliekartel OPEC+ aankondigde. Zo'n beperking van de hoeveelheid opgepompte olie moet de prijs hoog houden. Ook andere oliemaatschappijen verloren op de Europese beurzen. TotalEnergies en Repsol zakten tot 1,2 procent. In Londen won BP een fractie aan waarde.
ArcelorMittal (min 4,1 procent) was de grootste verliezer in de AEX. Analisten van UBS zijn negatiever geworden over het staalconcern, dat door de verwachte economische tegenwind met lastigere marktomstandigheden te maken krijgt. Toeleverancier voor de chipindustrie ASMI stond bovenaan met een winst van 3,1 procent. Branchegenoten ASML en Besi wonnen tot 2,1 procent.
De MidKap sloot een fractie hoger op 873,83 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs verloren tot zo'n 0,7 procent.
In Zürich bleef Credit Suisse (plus 2,6 procent) de aandacht trekken. De noodlijdende Zwitserse bank wil het Savoy Hotel aan de Paradeplatz in Zürich verkopen om zo de balans de versterken. Persbureau Bloomberg meldde bovendien op basis van ingewijden dat het financiële concern zijn advies- en zakenbankdivisie wil afsplitsen en onderbrengen bij een externe investeerder.
Beleggers zijn verder vooral in afwachting van het Amerikaanse banenrapport dat vrijdag verschijnt. Cijfers over de arbeidsmarkt in de Verenigde Staten spelen een grote rol in het rentebeleid van de Federal Reserve. Die joeg de afgelopen weken veel schrik aan op de aandelenbeurzen met de boodschap door te gaan met stevige renteverhogingen, om zo de inflatie in te dammen.
De euro was 0,9820 dollar waard, tegen 0,9864 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,7 procent duurder op 88,39 dollar. Brentolie steeg 0,8 procent tot 94,11 dollar per vat.