Sigma Lithium was dinsdag de grote winnaar op de beurs in New York. Persbureau Bloomberg meldde dat Tesla een overname van de lithiumproducent onderzoekt. Lithium is een belangrijke grondstof voor batterijen voor elektrische auto's. Met een overname kan Tesla de levering van lithium beter veiligstellen.
Sigma Lithium maakte een koerssprong van 16,1 procent. Ingewijden vertelden Bloomberg dat Tesla naar meerdere mijnbouwbedrijven kijkt om zelf lithium te winnen. De grootste aandeelhouder van Sigma Lithium zou een mogelijke verkoop wel overwegen, waarbij de belangstelling wordt gepeild bij andere mijnbouwers en autofabrikanten.
Verder hingen de rentezorgen op Wall Street boven de markt. Er wordt namelijk met spanning uitgekeken naar de notulen van de meest recente beleidsvergadering van de Federal Reserve die woensdag worden gepubliceerd. Mogelijk kan daaruit meer duidelijk worden over het toekomstige rentebeleid van de Amerikaanse centralebankenkoepel.
De Dow-Jonesindex sloot 2,1 procent lager op 33.129,59 punten. De brede S&P 500 zakte eveneens, met 2 procent tot 3397,34 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq verloor 2,5 procent tot 11.492,30 punten.
Walmart wist het koersverlies van eerder op de dag goed te maken. Het grootste supermarktconcern van de Verenigde Staten eindigde 0,6 procent hoger, nadat het beter dan verwachte cijfers over het afgelopen kwartaal had bekendgemaakt. De prognoses voor het lopende kwartaal en het nieuwe jaar stelden echter teleur.
Home Depot eindigde 7,1 procent lager. De Amerikaanse doe-het-zelfketen meldde tegenvallende omzetcijfers over het vierde kwartaal van vorig jaar. Daarbij waren de verwachtingen voor dit jaar voorzichtig. In navolging van Home Depot ging ook het aandeel van branchegenoot Lowe’s omlaag, met 5,1 procent.
Onlinemarktplaats JD.com leverde flink in (min 11 procent). Het Chinese bedrijf meldde dat het de concurrentiestrijd wil aangaan met budgetwinkel Pinduoduo. De campagne die JD.com daarvoor wil opzetten zou 1,5 miljard dollar kosten, omgerekend zo’n 1,4 miljard euro.
De euro was 1,0648 dollar waard, tegen 1,0666 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,2 procent minder op 76,16 dollar. Brentolie werd 1,5 procent goedkoper op 82,82 dollar per vat.