De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag met een gemengd beeld gesloten. De breed samengestelde S&P 500 steeg naar een nieuw recordniveau. De aandacht van beleggers op Wall Street ging onder meer uit naar de resultaten van supermarktgigant Walmart en doe-het-zelfketen Home Depot. Ook kwamen er cijfers over de woningbouw in de Verenigde Staten.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent lager op 27.778,07 punten. De S&P 500 steeg 0,2 procent tot 3389,78 punten. Daarmee werden de koersverliezen voor de beursindex door de coronacrisis weer goedgemaakt. Technologiebeurs Nasdaq werd 0,7 procent hoger gezet op 11.210,84 punten.
Walmart profiteerde in coronatijd van hamsterende Amerikanen, die ook online hun slag sloegen. Wel waarschuwde Walmart dat onzekerheid over nieuwe coronasteun voor Amerikaanse huishoudens een wissel kan trekken op het lopende kwartaal. Als die cheques niet doorlopen kan dat het winkelgedrag beïnvloeden. Walmart ging 0,7 procent omlaag.
Verder meldde klusketen Home Depot dat Amerikanen in coronatijd stevig aan het klussen zijn geslagen. De omzet van de keten viel een kwart hoger uit dan een jaar eerder. Het aandeel zakte wel 1,1 procent. Winkelketen Kohl's leverde bijna 15 procent in na cijfers.
Oracle klom 2,2 procent. De softwarereus zou naar verluidt in de markt zijn voor een overname van de Amerikaanse tak van filmpjesapp TikTok. Daarmee zou Oracle de strijd aanbinden met branchegenoot Microsoft. Ook techbedrijf Twitter wordt als overnamekandidaat genoemd. TikTok wordt in de VS verboden omdat het bedrijf data van gebruikers verzamelt die mogelijk in handen zouden kunnen vallen van de Chinese overheid.
De huizenbouw in de VS is in juli opnieuw sterk gestegen. De sector herstelt al sinds mei van een zware terugval als gevolg van de coronacrisis. Volgens de overheid ging het aantal in aanbouw genomen woningen vorige maand met 22,6 procent omhoog tot net geen 1,5 miljoen huizen in vergelijking met een maand eerder. Daarmee viel dat herstel veel sterker uit dan gedacht.
De euro was 1,1934 dollar waard tegen 1,1926 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,8 procent minder op 42,57 dollar. Brentolie daalde 0,6 procent in prijs tot 45,08 dollar per vat.