Met de feestdagen op komst, wordt het voor consumenten steeds lastiger om een echte speelgoedwinkel te vinden om de nodige eindejaarsaankopen te doen. Sinds 2005 is het aantal winkels dat voornamelijk speeltuig verkoopt met 27 procent gedaald, zo blijkt uit een rapport van ABN AMRO.
Een boosdoener van de tanende aanwezigheid in het straatbeeld is onder meer de onlineverkoop, die terrein blijft winnen. In de eerste helft van het jaar gaven consumenten online 152 miljoen euro uit aan speelgoed. Dat was bijna een vijfde meer in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Ten opzichte van vier jaar terug is sprake van een verdrievoudiging.
De verkoopvolumes van de speelgoedwinkels, exclusief verkopers met focus op online, daalde in de eerste zeven maanden van 2018 op jaarbasis met 19 procent. De omzet viel daarbij bijna 14 procent lager uit. Voor zes op de tien speelgoedwinkels geldt dat de omzet in de eerste maanden van het jaar daalde.
De daling werkt in de detailhandel automatisch door op de winst, gelet op de vaste lasten die winkeleigenaren toch al wel hebben. In 2008 groeide de branche voor het laatst. Sindsdien daalden de verkopen tot en met vorig jaar met 40 procent.
Een deel van de omzet, zowel online als offline, verdwijnt volgens ABN AMRO ook buiten de branche door concurrentie van bijvoorbeeld drogisterijketens en supermarkten, die steeds meer van de omzet afsnoepen.
Volgens ABN AMRO doen speelgoedwinkels er goed aan om interactie te creëren met klanten om daarmee klandizie te behouden. Dit kan bijvoorbeeld door speelgoed uit te laten proberen in de winkels. Samen met een passende onlinestrategie is het volgens de kenners voor winkeliers zeker mogelijk om het tij te keren.