De beleidsmakers van de Europese Centrale Bank (ECB) bespreken woensdag in een extra ingelaste vergadering de recente onrust op de markten voor staatsobligaties. De rentes op dat schuldpapier zijn sinds de rentevergadering van de ECB van vorige week namelijk hard opgelopen en het renteverschil tussen Duitse obligaties en schuldpapier uit de zuidelijke eurolanden, bijvoorbeeld Italië, is gestegen tot het hoogste niveau in meer dan twee jaar.
De ECB is van plan in juli voor het eerst sinds 2011 zijn eigen rentetarieven weer te verhogen, werd vorige week juist aangekondigd. En later dit jaar gaat de rente waarschijnlijk verder omhoog. Daarmee wil de centrale bank de hoge inflatie in het eurogebied beteugelen.
Maar beleggers lijken er niet van overtuigd dat deze nieuwe koers van de ECB recht doet aan onderlinge verschillen binnen de groep met eurolanden. Dat het duurder gaat worden om geld te lenen kan in landen in Zuid-Europa makkelijker voor financiële problemen zorgen, is de vrees.
Van echte paniek is nog geen sprake, geven kenners aan. Een analist van de Franse bank Crédit Agricole wijst erop dat beleggers wel meer duidelijkheid van de ECB verlangen over hoe die de situatie op de obligatiemarkten weer tot bedaren kan brengen.
De situatie roept herinneringen op aan de eurocrisis van jaren terug. Toen liepen de rendementen op staatsobligaties van de zuidelijke eurolanden eveneens hard op en dreigde Griekenland zelfs failliet te gaan, omdat het zijn schulden niet meer zelfstandig leek te kunnen financieren.
Het nieuws dat er de beleidsmakers speciaal voor dit onderwerp nu een extra vergadering inlassen zorgde woensdag direct voor enige opluchting bij beleggers. De rentes op Italiaanse staatsobligaties liepen weer iets terug.