Sportartikelenmerk Nike was vrijdag een opvallende daler op de aandelenbeurzen in New York na tegenvallende kwartaalcijfers en vooruitzichten. Het aandeel dook 20 procent in het rood, wat het grootste dagelijkse koersverlies was voor Nike in meer dan twintig jaar.
Nike zag de verkopen in het afgelopen kwartaal sterker afnemen dan kenners hadden verwacht en waarschuwde voor een flinke omzetdaling in het huidige kwartaal, mede als gevolg van zwakkere verkopen in China. Het bedrijf verlaagde ook de verwachtingen voor het gehele jaar. Beleggers hadden juist gehoopt dat Nike dit jaar zou profiteren van het Europees kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen.
De hoofdgraadmeters in New York lieten op de laatste handelsdag van juni en de eerste helft van dit jaar minnen zien. De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent lager op 39.118,86 punten. De brede S&P 500 zakte 0,4 procent tot 5460,48 punten en techbeurs Nasdaq verloor 0,7 procent tot 17.732,61 punten.
Wall Street heeft wel een goede eerste jaarhelft achter de rug. Vooral de Nasdaq (plus 19 procent) en de S&P 500 (plus 15 procent) deden het goed, dankzij de sterke opmars van AI-chipbedrijf Nvidia dat dit jaar met zo'n 160 procent is gestegen. De Dow staat voor dit jaar op een winst van circa 4 procent.
De aandacht ging ook uit naar het eerste verkiezingsdebat tussen de Democratische president Joe Biden en zijn Republikeinse uitdager Donald Trump. Trump viel Biden aan over de hoge inflatie en de slechte staat van de economie. Biden maakte een verwarde indruk tijdens het debat en verschillende Democraten zouden een andere presidentskandidaat willen.
Daarnaast werd gelet op de favoriete inflatiemaatstaf van de Federal Reserve. Die kwam overeen met de verwachtingen. Het cijfer speelt een belangrijke rol in het rentebesluit van de Amerikaanse centrale bank. De hardnekkige inflatie heeft de Fed er tot nu toe van weerhouden om de rente te verlagen en de strijd tegen de prijsstijgingen voort te zetten. Op de financiële markt wordt echter gehoopt dat de Fed de leenkosten in de grootste economie ter wereld later dit jaar verlaagt.
De euro was 1,0710 dollar waard, tegen 1,0708 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 0,3 procent goedkoper op 81,53 dollar. Brentolie was vlak op 86,41 dollar per vat.