Telecombedrijven Sprint en T-Mobile US schitterden dinsdag op Wall Street. Het ziet er eindelijk naar uit dat de twee met elkaar kunnen fuseren. Beleggers op Wall Street verwerkten verder weer diverse kwartaalresultaten van grote bedrijven. Ook reageerde de markt op de halfjaarlijkse getuigenis van Fed-preses Jerome Powell voor het congres.
De Dow-Jonesindex sloot nagenoeg vlak op 29.276,34 punten. De breed samengestelde S&P 500 steeg 0,2 procent tot 3357,75 punten en technologiebeurs Nasdaq won 0,1 procent tot 9638,94 punten.
Sprint schoot bijna 78 procent omhoog. Een rechtbank in New York ziet geen bezwaar in de overname van de onderneming door de Amerikaanse tak van T-Mobile, waarvan het aandeel een kleine 12 procent steeg. Daarmee is de samensmelting zo goed als rond. Verschillende Amerikaanse staten probeerden de samenvoeging voor de rechter te voorkomen uit mededingingsbezwaren.
Ook was er aandacht voor techconcerns Apple, Facebook, Amazon, Microsoft en Google-moeder Alphabet. Concurrentiewaakhond FTC wil alsnog extra informatie over diverse kleine deals van de bedrijven in het afgelopen decennium. Alleen Alphabet en Amazon noteerden kleine plussen, de rest leverde tot bijna 3 procent aan beurswaarde in.
Onder meer speelgoedmaker Hasbro opende de boeken. Het aandeel zakte bijna 1 procent. Under Armour verloor bijna 19 procent aan waarde. Het sportkledingmerk joeg beleggers schrik aan met de prognose dat de opbrengsten dit jaar zullen dalen. Onder andere op de Amerikaanse thuismarkt en in het door het nieuwe coronavirus getroffen China verwacht het bedrijf zwakte.
Powell lichtte voor Amerikaanse volksvertegenwoordigers het monetaire beleid van de Federal Reserve toe. Hij zei daarbij het huidige rentebeleid gepast te vinden. Tegelijkertijd gaf hij aan dat de Amerikaanse koepel van centrale banken de economische impact van het nieuwe coronavirus nauwlettend in de gaten houdt.
De euro was 1,0919 dollar waard, tegen 1,0914 bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent duurder op 49,97 dollar. Brentolie kostte 1,8 procent meer op 54,20 dollar per vat.