Het kabinet en de Tweede Kamer moeten zich niet blindstaren op koopkrachtplaatjes. De waarde van de ramingen zijn beperkt en onnauwkeurig. ,,Je kunt met de koopkrachtplaatjes in de hand niet bepalen hoe je eigen portemonnee er volgend jaar uit gaat zien", stelt Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau (CPB) dat verantwoordelijk is voor het maken van diezelfde koopkrachtplaatjes, in de Volkskrant.
Het CPB zorgt voor de cijfers die de effecten van het regeringsbeleid vertalen naar wat mensen werkelijk te besteden hebben. De invloed van politieke besluiten op het inkomen is zeer klein. Toch probeert de politiek volgens de CPB-directeur koopkrachtcijfers met één cijfer achter de komma te sturen.
,,Zolang dat cijfer maar niet onder de nul komt. Maar het wegpoetsen van minnen kost miljarden euro's en zorgt voor een ingewikkeld stelsel van belastingen, premies en toeslagen", zegt Van Geest.
Het CPB komt dinsdag met de nieuwste berekeningen en Van Geest hoopt dat de politiek dan ervan doordrongen is dat de waarde beperkt is. Afschaffing wil Van Geest niet, volgens haar zijn de plaatjes zeer geschikt om onderling te vergelijken. De politiek kan ze goed gebruiken om het verschil in koopkracht tussen alle groepen niet te veel te laten oplopen, aldus Van Geest. Sturen op een evenwichtige inkomensontwikkeling, zoals het CPB dat noemt.
,,Onzekerheid is onlosmakelijk verbonden aan elke raming. Toch spelen de koopkrachtcijfers in de politiek een grote rol. Veel aandacht en actie. Maar wat koop je ervoor?"