De staatsschulden van de eurolanden zijn licht gedaald, maar waren aan het einde van het tweede kwartaal van 2022 nog altijd torenhoog. Het totaal aan schulden in de eurozone was even hoog als 94,2 procent van de omvang van de economie, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
De schulden zijn flink opgelopen doordat overheden veel geld moesten bijlenen om alle economische steunmaatregelen te bekostigen na de uitbraak van de coronapandemie. Nu zorgen de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne voor onverwachte extra uitgaven.
In het eerste kwartaal bedroegen de staatsschulden nog 95,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor de economische groei, van de eurolanden. De daling van het schuldenniveau komt doordat het bbp-cijfer is gestegen. In absolute termen liepen de staatsschulden in het derde kwartaal verder op. In het tweede kwartaal van 2021 waren de staatsschulden even hoog als 97,9 procent van het bbp.
De staatsschuld is nog altijd veel hoger dan EU-lidstaten hebben afgesproken in hun stabiliteits- en groeipact uit 1997. Die begrotingsregels, die een staatsschuld van hoogstens 60 procent voorschrijven, zijn wegens de coronapandemie opgeschort om grootscheepse overheidssteun mogelijk te maken. Griekenland, Italië, Portugal, Spanje, Frankrijk en België hadden aan het einde van het tweede kwartaal de hoogste staatsschulden. In Estland, Bulgarije en Luxemburg was die het laagst. In Nederland nam de staatsschuld licht toe tot 50,9 procent.
De Duitse minister van Financiën Christian Lindner riep in september al op dat het tijd is voor de eurolanden om terug te keren naar begrotingsdiscipline, mede door de hoge inflatie. De renteverhogingen door de Europese Centrale Bank zijn volgens hem een sterk signaal in de strijd tegen de inflatie en de lidstaten moeten nu ook hun plichten vervullen.
Het gemiddelde begrotingstekort van de eurolanden nam verder af. Waar dit in het eerste kwartaal nog 2,5 procent van de omvang van de economie was, ging het in het tweede kwartaal om 2,1 procent. Dat komt onder meer door hogere belastingopbrengsten, iets lagere overheidsuitgaven en een sterkere economische groei in die periode. In het tweede kwartaal van 2021 was nog sprake van een begrotingstekort van 6,4 procent.