De negentien landen van de eurozone hebben hun staatsschuld vorig jaar verder afgebouwd. Maar in veel landen was de schuld nog wel flink hoger dan de in de Europese boekhoudregels vastgelegde grens van 60 procent, meldde Europees statistiekbureau Eurostat. Nederland voldeed voor het eerst in jaren wel aan de normen van Brussel.
De staatsschuld van de eurolanden zakte naar gemiddeld 86,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder kwam de schuld nog overeen met 89 procent van de omvang van de euro-economie. Griekenland kampt nog altijd met de hoogste schuldenlast. Die lag vorig jaar op bijna 179 procent van het Griekse bbp.
Italië en Portugal volgen Griekenland, met een schuld die ongeveer 1,3 keer groter is dan hun economie. De Nederlandse staatsschuld zakte, zoals eerder ook al door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gemeld, in 2017 van 61,8 naar 56,7 procent.
Nederland boekte volgens Eurostat tevens voor het tweede achtereenvolgende jaar een overschot op de begroting. De inkomsten van de overheid overtroffen de uitgaven met 1,1 procent van het bbp, na een overschot van 0,4 procent in 2016. Het overheidstekort van de eurolanden kwam vorig jaar gemiddeld uit op 0,9 procent van hun economie, tegen 1,5 procent een jaar eerder.